Vandaag was het mijn beurt om wat boodschappen langs mijn moeder te brengen. Ik had haar ook wat 'baksels' beloofd, maar was daar niet meer aan toe gekomen gisteren. Dus dat moest vanmorgen nog even.
Iets wat snel klaar is. Wat maak je dan? Maisbrood natuurlijk! Lekker vers maisbrood. Het is in een dik half uur klaar, gebakken en al. En het heeft de overheerlijke smaak van het vers gemalen mais. Nou ja, je moet dan wel van mais houden natuurlijk. Het is wat zoeter dan andere granen.
En het is mooi geel. Op de foto zie je dat niet zo goed.
Ik had er drie gemaakt, maar had te weinig deeg gemaakt, of te grote broodblikken genomen, net hoe je 't bekijkt. Dus de broden waren erg plat. Maar dat maakt mijn moeder niet uit en ons ook niet.
Ze komen toch wel op! 😊
Sterker nog, één is er al op!
Och ja en iets anders wilde ik ook nog even laten zien. Rieta bracht mij gisteren op het idee. Zij stuurde me een app-je over de brandnetelthee die ze had gemaakt. Oja, brandnetels, dacht ik toen. Dat is nu echt de tijd, om die te oogsten. Ze zijn nu nog mooi jong en fris. Nog geen bloesems. En nog geen spinnenwebben enzo.
Dus voordat ik op weg ging vanochtend heb ik een doos vol geknipt. Verse toppen. In de paardenbak en langs de greppel groeien ze plenty. Mooie en grote exemplaren, sterk en donkergroen. Als je ze regelmatig plukt groeit het weer aan, en heb je meteen beetje geluk een heel seizoen verse toppen. Misschien wat compost erbij gooien, zodat ze niet uitgeput raken.
En kijk, hier zijn ze. Een doos vol. Tjokvol gezondheid.
En dan dus laten drogen.
Kijk, en nu kwam die harde droge föhn uit het oosten heel goed van pas! Want met deze wind droogt niet alleen je wasgoed heel snel, maar ook je kruiden. En hoe sneller je kruid droogt, hoe beter de mineralen en vitaminen worden bewaard.
Ik heb ze aan de waslijn gehangen. Steeltje ombuigen, en daar komt dan een knijper op.
Geweldig! Wat een oogst! Ik werd er helemaal vrolijk van. Hoewel het natuurlijk ook wel weer een beetje raar is. Haha.
Thee voor ons, en een deel gaat ook door het wintervoer voor Bella. En dit is pas de eerste lading. Als het gedroogd en verkruimeld is is dit nog geen fles vol. Dus er komen wel meer van deze waslijnen voorbij. Ook met andere kruiden.
Nou, ik ben doorgegaan tot de knijpers op waren. En ondertussen vergaap ik me ook nog steeds aan die wondermooie blauwe schone lucht. Je krijgt er niet genoeg van.
Realiseer je je wel .......
...... dat wij waarschijnlijk nooit meer in ons leven de lucht zó mooi en schoon en helder te zien krijgen? Zo helemaal zonder sporen?
Dus, kijk er vooral veel naar!
En toen begon mijn vrije dag! Lekker naar Wildervank. Met een doos voor mijn moeder. Haha net Roodkapje, alleen dan wat boerser. Géén koek en wijn. Maar oogst en brood.
En mijn moeder woont óók niet in een dicht donker sprookjesbos, maar er was wél een grote boze wolf, hij heet Corona. En vanwege die wolf moesten we een heel eind uit elkaar zitten, en was een knuffel er niet bij.
Maar het was toch een heel fijn uitstapje. En we zaten heerlijk een paar uur in de zonnige tuin. Naar elkaar te roepen. 😄💬💬
4 reacties:
Wat fijn dat het zo goed gaat!
Helaas hier alleen brandnetels in de slootkant langs de weg (auto's, tractoren en vrachtwagens) dus die durf ik niet te nemen. Maar ik drink elke ochtend twee kopen brandnetelthee (gekocht) en kan de dag niet zonder beginnen.
Mijn ouders (88 jaar) wonen 4 huizen verder met tuin en dat is zeker in deze tijd (en met dit mooie weer) een zegening. We schreeuwen wat af :-)
Heel inventief, Clarien, maar dat ben je eigenlijk altijd. Zie ze wapperen...!
Er is véél wondermoois, ook hier in de anders zo drukke stad. Je moet het alleen willen zien.
ZÃ lig om zo'n doos te krijgen!
Ook dat roepen naar elkaar heeft z'n charme...
Lie(f)s.
Het is maar goed dat je in een land leeft waarin de communicatiemiddelen bij iedereen wel bekend zijn en gemiddeld genomen de bevolking ook aardig opgeleid is. Was dat niet het geval dan liep je een gerede kans als een verdacht en te wantrouwen kruidenvrouwtje door het leven te moeten gaan. Waarschijnlijk zou mijn inwonende opa (1881), echt geen domme man, de brandnetels aan de waslijn met zeer grote verbazing bekeken hebben. Dat je die, al of niet gedroogd, ging eten was voor hem iets onbestaanbaars. Ik kan me nog herinneren dat mijn oudste zus een keer kwam met een recept van brandnetelsoep. Dat was ergens begin jaren '50 en zijn reactie en ook van mijn vader was "Aj 't hier maor laot, ie deinkt toch niet daw braanekkels eten gaot". Hoe mijn moeder erop reageerde kan ik me niet herinneren.
In de jaren '70 at mijn vader met smaak groentesoep waarin verse brandneteltoppen verwerkt waren en nu kijkt niemand nog echt van op als er brandnetels en ander 'onkruid' in het eten verwerkt wordt. Bredero zei het al "Het kan verkeren"
Een reactie posten