Zombies in de tuin, en een doordeweekse quiche.

on woensdag 30 november 2022

 






Grappig om de teeltplannen van 2019 nog eens terug te zien. En kijk de oogst van 2018, ruim vijftienhonderd kilo voedsel! Dat geloof je toch niet? Dat we dat toen dat jaar erop allemaal hebben opgegeten? Zoveel kilo's? 


Nou ja, het was wel inclusief de dieren he? Die aten ook honderden kilo's.


Tja, en dat kun je dus doen, zo rond eind november. Alvast wat plannen maken voor het komende seizoen. Dan weet je ook meteen hoe je de tuin nu moet 'afsluiten', voor de winter, en wat volgend jaar ongeveer waar komt.  


Eind november. Wat vliegt zo'n maand om he? Die mooie mystieke novembermaand, poef, óók alweer om. Voorbij. 





En we gaan met een frisse start december in. Het wordt zelfs zó fris, dat ik een klein kacheltje bij de pompoenen heb gezet. Om 's nachts die schuur nét boven het vriespunt te houden.


Alleen de knollen, de prei en de boerenkool staan nu nog buiten. En die blijven buiten. Die worden alleen maar lekkerder van een beetje vorst. En ook ben je dan de vliegjes en de beestjes uit de boerenkool meteen kwijt.






Deze week waren we druk op de moestuin van de Unit, om het daar winterklaar te maken. Kantjes afsteken, pollen gras omdraaien, en een beetje schoffelen hier en daar. Niet overdreven netjes hoor, en het meeste kruid mag gewoon blijven liggen. 


Ook maakten we op de noordpunt een hoek vrij om de knoflook te planten. Dat kon nog net. En daarnaast kwam een composthoop, voor de rommel.






De zonnebloemen staan nog rechtop. Ze zijn morsdood, dat wel. Ik vond het net Zombies. 


Maar we laten ze mooi staan, want hier en daar zitten nog zaden in, voor vogeltjes. Die pikken liever zaad in de hoogte, dan vanaf de grond. Hoog, zijn ze veiliger. 


Het is altijd prima om bloemen, grassen en kruiden lang op je tuin te laten staan. Al moet je misschien even wennen aan het zombie-gehalte. Maar in die stengels en in die zwarte bloemknoppen en grasaren overwinteren vele insecten. 


Het zijn vriendelijke, voedzame en nuttige zombies!

 




Kom we gaan even naar mijn rommelige keuken. Veel meer heb ik ook niet om te laten zien. Maar zo krijg je weer es een beeld van waar toch al die honderden kilo's groenten blijven die we elk jaar verbouwen.


Ik maak heel graag quiches. Dat is een snel en lekker gerecht, waar zomaar een ruime kilo groenten in verdwijnt. En als je er één maakt kun je nét zo goed meteen twee maken. Daar stop je dan bijvoorbeeld een kilo fruit in, appels, peren, wat je hebt liggen. Wat op moet. In één klap heb je dan hoofdgerecht én dessert.


Let vooral niet op de rommel.



Je maakt een hoek op je aanrecht vrij en strooit er wat bloem op. Van 250 gram bloem of meel, 125 gram koude boter, een ei en wat ijskoud water mix je snel een deegbal. Die snij je in tweeën, één deel gaat in de koelkast en één deel op het aanrecht.


Rol het deeg uit tot een ronde lap die ruimer is dan je vorm. Hoe ruimer je hem uitrolt, hoe meer 'deksel' de quiche krijgt. 



Je ziet dat bij mij de cirkel niet heel groot is. Ik had wat méér deeg moeten maken. Nu heb ik weinig overlap. Maar het geeft niks. Zelfs al heb je helemaal geen overlap, dan heb je nog steeds een prima quiche.


En je ziet ook dat het heel snel kan. Uiteraard kun je ook heel netjes werken en de randjes afsnijden er  mooie deegvormpjes maken voor bovenop de quiche. Bijvoorbeeld herfstblaadjes. Maar dat is meer iets voor de zon- en feestdagen. Wat je hier ziet is een gewone snelle doordeweekse!








Als je je eigen groenten verbouwt is je keuze in de winter niet onbeperkt. Je hebt een bepaald aantal groenten in je voorraad, en daar moet je het dan mee doen. Het grote voordeel is dat je zo steeds creatiever wordt.

Je wil toch graag variëren qua maaltijden, en daarvoor is zo'n groentetaart nou juist heel geschikt. Want je kunt er alles in stoppen, in steeds andere combinaties.

Zo nam ik dit keer een paar winterwortels, een flinke ui (ui gaat overal in) een paar ieniemienie broccoliroosjes, een flinke handvol peterselie, een halve pompoen, een dikke knol, alles in blokjes of plakken gesneden, en een handvol verse doperwten uit de vriezer.




Dat is allemaal kort geroerbakt in flink wat hete olie, bestrooid met peper en zout, en ging toen in de beklede vorm. In het ei-roommengsel kun je ook weer je fantasie kwijt. Ik nam 2 eieren, een scheut room, kerrie, een grote eetlepel van ons gedroogde kruidenmengsel en van de verse bouillonpasta.

Klutsen, en eroverheen schenken. Ik deed er nog wat blauwe kaas over, en vouwde de deegranden er zoveel mogelijk overheen. Die bestrijk je met wat olie, melk of ei, en het geheel kan de oven in. Veertig minuten, op 200 graden.







Paul komt altijd met een enorme trek binnen, zo rond half zeven, dus vandaar dat deze eerste schotel alvast de oven in ging. Ondertussen kon ik toen op mijn gemak nog de tweede quiche maken. Ik nam hiervoor een kilo appels (uit de tuin van mijn moeder) met wat rabarberblokjes uit de vriezer. Rabarber is een prima alternatief voor citroensap.

Op de bodem van de quiche ging eerst wat poedersuiker, omdat het deeg zelf dus niet zoet is. Bij het fruit ging een eetlepel kaneel, vier eetlepels suiker, een scheutje room, twee eetlepels maismeel, enne .... even denken .... poeh. Ik geloof dat dat het was ja. Roeren, en in de vorm scheppen. Verder hetzelfde als bij de andere quiche. Deegranden eroverheen, etc.

Deze tweede taart ging dus wat later de oven in, netjes naast de eerste. En dan snel de zooi opruimen. Heel fijn is dat met ovenschotels. Als het eten klaar is is de keuken aan kant. 








Nou, aanvallen!!😄








En ik dus kan geen twee mooie exemplaren tegelijk laten zien want toen de tweede uit de oven kwam was de eerste al half op. 


Maar goed zo krijg je dus een beetje een idee hoe al die kilo's oogst hier verdwijnen.






's Avonds gebeurt hier niet veel meer. We kakken een beetje in voor de kachel. Haha, oudjes!! En dan ineens bedenk ik me dat ik nodig weer eens een blog moet typen. Dus, hup de katten van schoot en achter de laptop. En Billie kruipt dan in het servettenmandje.


Kruipt erin. En valt eruit. En kruipt er weer in. 









😻😻

De allereerste.

on zondag 27 november 2022



Om ook in de herfst en winter verse tomaten te kunnen eten had ik een stuk of zes potten met tomaten gefermenteerd, afgelopen zomer. Dit weekend ging de eerste pot open. En de inhoud ging linea recta op de composthoop want bovenin zat een dikke laag groene schimmel.


Toen pot nummero twee. Die was wél goed gebleven, en die zie je hier op het aanrecht staan. Naast de appelazijn, want daar was ik ook mee bezig. David naast Goliath.





De tomaten in deze pot waren goed gebleven en waren prima op smaak door het fermenteren en door alle kruiden en knoflook. Dus dit is écht een blijvertje voor de komende jaren! Hoewel je er dus rekening mee moet houden dat sommige van die potten ook gewoon kunnen beschimmelen en je soms een deel verliest.


Maar ja dat geldt voor alles. Op de tuin gaat ook altijd wel een deel van de oogst verloren door droogte, ziektes, of gewoon, door je eigen fouten of door domme pech. Het is géén hogere wiskunde, met zuivere en voorspelbare uitkomsten. Nee, het is tuinieren, werken met moedertje natuur, en met altijd een onzekere factor.


En van fouten en verliezen en misoogsten krijg je mentale weerstand, wat ook best handig is om te hebben.😊


En de tomatenbak, waar al die lekkere tomaten uit kwamen, die is dit weekend ingepakt voor de winter. Ik laat het nog één keer zien, want echt, de meeste vragen die ik krijg per email gaan over hoe ik de tuin afdek voor de winter. Dus, nog één keer stap voor stap.





Allereerst snij ik alle tomatenplanten van de palen af. Alles blijft gewoon op de bodem liggen, dus, de oude tomatenranken, de touwtjes (van hennep) en al het onkruid. Wel alles eerst even kortknippen of -snijden.


Ik weet dat veel tuiniers als de dood zijn voor schimmels. Al het tomaten- en aardappelafval met schimmels als fytoftora wordt behandeld als zwaar chemisch afval, en tot de laatste  snipper verbrand, of verbannen en diep diep onderin de restcontainer gestopt.


Zelf geloof ik niet dat dat moet. Het is nét als je handen steeds maar wassen met zeep of erger nog, met desinfecterende middelen. Je beschadigt dan de weerstand van je huid, en het gaat dan juist van kwaad tot erger. Ik denk dat die schimmels er juist voor zorgen dat natuur  antistoffen ontwikkelt. Dus ik laat altijd plantenresten op de plek liggen waar ze gegroeid zijn, schimmels of niet, en jaar op jaar wordt de weerstand van alle planten op die plek dan groter.  


Maarre, doe vooral wat je zelf wilt en waar je zelf in gelooft. 


Vervolgens gaat er een laag compost op de bodem, over de plantenresten heen. Rijpe compost, met wat mest. En dan daarna komt er een laag overheen die de wilde planten moet onderdrukken. Dat kan een lap katoen zijn, of karton, of organisch tapijt, of houtsnippers, of, in dit geval, natte kranten.






En ja hoor daar kwamen de kippen aanlopen en de haan.


GROOT protest!! Hoe moeten wij hier nou scharrelen? In die kranten?? De Haan was écht zichtbaar boos. Alle veren stonden omhoog. Ze gingen demonstratief in het laatste onbedekte randje krabben. Met boze gezichten.


Sorry jongens, zei ik, maar wij moeten óók eten.


 



Na de kranten komt er dan een laagje ander groenafval op, zoals maaisel of hooi of wat je maar hebt. Dat hoeft niet per se, het is alleen maar bedoeld tegen het wegwaaien van de kranten. Wat stenen of planken erop kan ook.


Volgend voorjaar haal je dan eventuele krantenresten weg en je kunt zó aan het zaaien. De grond daaronder is dan pikzwart, vól bodemleven, en mooi rul en onkruidvrij. En alle belangrijke schimmels en sporenelementen zitten nog netjes in de bodem omdat je die niet hoeft om te spitten.







Lief he, die Billie. Ze is altijd in de buurt.



🏠🏠🏠🏠🏠


En vanmiddag waren we op bezoek bij Liek en Sen in Utrecht.


Na jaren wonen in een piepklein gehuurd studiootje hebben ze kortgeleden hun eerste huis gekocht. In hartje Utrecht, vlakbij de Vecht. Vorige week zijn ze verhuisd.


Het is niet makkelijk voor jonge starters, een huis kopen. Zelfs een klein huis is haast onmogelijk met de huidige prijzen. Ook al werken ze allebei fulltime en gaan ze zéér zorgvuldig met hun geld om, het was een grote en spannende stap. Er was helaas geen suikeroompje in de buurt en ook geen prettige erfenis die hun werd gegund, nee, het moest allemaal helemaal op eigen kracht.


Maar het is hun gelukt! En Paul en ik gingen vanmiddag eens kijken. 











We kregen een Grand Tour door het hele huis en oh ... wat is het leuk om je kinderen zo blij en trots te zien in hun eerste eigen huis. Het is écht een fijn huis op een fijne plek. En de kat Flier is ook al gewend. Hoewel ze nog niet naar buiten mag, de eerste weken. 


Zo'n kat loopt dan namelijk linea recta terug naar het oude huis!


Over katten gesproken. Bij ons mogen alle drie de katten nu het 's nachts kouder is binnen slapen, als ze dat willen. We houden daarvoor speciaal een luikje voor hun open. Maar behalve katten komt er soms ook wat méér mee naar binnen.






Zo vond ik vanochtend toen ik een sjaal opraapte van de grond daaronder een levend muisje. Die was door één van de katten meegenomen om binnen lekker op te peuzelen, maar schijnbaar ontsnapt.


Ze keek mij bang aan met grote donkere muizenoogjes, zo van, onee, nu ben ik erbij! Maar we hebben haar gevangen onder een emmertje en met een stuk karton eronder naar buiten gebracht. 


De allereerste weer, deze herfst. Er zullen er nog vele volgen!