Never a dull moment ... in Punthorst.

on donderdag 31 maart 2022





Nee, onze ramen zijn zeker niet groot. Ons hele huis is niet groot. Het is zelfs klein! Toen we hier kwamen vroeg iemand uit de buurt of wij soms in 'klain huuske' gingen wonen. Kleine huiske. Ja dus. Maar wij zochten ook helemaal geen groot huis. Wat we wél zochten was een stuk land. 


Als ik op mijn tenen sta kan ik bij het plafond. En boven op zolder kan ik ook overal met gemak bij. Eigenlijk zijn we hartstikke hip, met onze Tiny Farm! En het is ook praktisch. Schoonmaken doe je in een wip. Mocht je ook de kinderen uit huis hebben en dan willen verhuizen, dan kan ik je een klein huis van harte aanbevelen!


Een stukje grond rondom, voor de moestuin, wat fruitbomen, en wat dieren, is wél weer handig natuurlijk. Voor je 't weet verplaatst je leven zich dan van vooral binnen naar vooral buiten. 


Maar goed, nu met die tomaten, die in het licht moeten, was het even zoeken. Waar moeten die komen? Het beste is om ze voor de ramen te zetten op het zuiden. Dat zijn er bij ons dus drie. Ik heb alle planten uit de vensterbanken gehaald, en ben touwtjes gaan spannen aan de gordijnrails.








Schotels eronder. Knoopjes onderin de dubbel geslagen touwtjes, en dan de tomaten van zolder halen. 


Toen ik de tomaten uit hun bak haalde, vielen ze bijna om van slapte. In de bak leunden ze tegen elkaar en hielden elkaar overeind. In hun eentje zijn ze zo slap als wat. Hoogste tijd om op eigen kracht te gaan staan. Nou ja, met zo'n touwtje als steun dus.







Als je onderin een knoopje legt in zo'n dubbel touwtje, heb je dus een lus. Die sloeg ik om de hele plant heen, en dan de top om het dubbele touw heendraaien. Zo kun je hem steeds als hij groeit wat verder indraaien.


De schotels zijn om mijn vensterbak droog te houden, en ook omdat ik ze het liefst van onderaf water geef. Ik giet dus water in de schotels, niet in de potjes.





Het is wel zo, dat de potjes vrij klein zijn. Ik had ze kunnen overplaatsen in grotere potten, maar heb dat niet gedaan. Want, nou ja, ten eerste gemakzucht natuurlijk. Want dat zou een hele klus zijn, met de potaarde achterin de schuur en de grote potten achterin de container, en dan in die natte sneeuw daarmee sjouwen ..... 


Nee, geen zin in. Daarbij, als de tomaten in kleine potten staan geeft dat wat stress, en daardoor zullen ze wat sneller gaan bloeien. En dat wil je natuurlijk. Bloei. 


Om te voorkomen dat ze te weinig mineralen krijgen moet ik ze wel bijvoeden. Dat doe ik met plantenwater. Ik laat je het zien als ik het ga maken, komende dagen.






Kijk! Daar is er al eentje!!😄


En na de lunch moest ik toch echt naar buiten. Brit uitlaten, de stal schoonmaken, plantjes verspenen, koeien in en uit het weiland.


Ik was niet de enige die vandaag met die kou en natte sneeuw liever binnen bleef. Haha deze dames wilden ook veel liever binnen blijven. Ze stonden met z'n tweeën voor het luik.  Jij eerst! Nee jij! Nee jij! Helaas pindakaas voor hun hebben we géén kattenbak. Dus uiteindelijk schoten ze toch naar buiten.






En ik ook. Door de sneeuw naar de kas. Buiten was alles nat en wit, en in de kas was het wel koud, maar het groen was mooi fris en weelderig. Elke dag halen we een handvol groen, voor sla of voor pesto, of gewoon, door de warme maaltijd. Soms gaat er dan ook wat gras mee want zoals je ziet staan er ook graspollen tussen de groenten.


Nog nooit last van gehad hoor, van dat af en toe gras eten. 







In de kas zijn vandaag de kooltjes en de slaplantjes verspeend.


En daarna wilde ik een kastje maken, voor de planten uit de vensterbank. Want die staan nu dus op de grond, verdreven van hun plek, door de tomaten .... Een simpel kastje of rekje moest het worden, voor in de gang. Daar stonden nog wat pompoenen op planken, en die planken heb ik gebruikt voor het kastje. Ze waren erg smal, dus ik heb ze per twee aan elkaar vast gemaakt.






De zijkanten zijn gewoon een soort laddertjes, van vier dikkere palen als poten, en wat plankjes. Ik wilde een rek maken met vier etages, maar helaas kon ik een deel van de planken nérgens meer terugvinden.


Dus werd het een rek met maar twéé etages.






Dus, zó zag het er gisteren uit .....







.... en zó vandaag!


Want dat heb je in een klein huis. Als het ene erbij komt, moet iets anders weg. Het is steeds maar weer dingen verplaatsen en op zoek naar plekken. Haha, want nu zijn die pompoenen weer over. Waar gingen die heen?


Die gingen op de trap!






Wat natuurlijk niet slim was. 


Want daar loop je dan met je volle wasmand, van die trap af, die vol ligt met pompoenen. Lévensgevaarlijk!  Dus, ze zijn daar alweer weg. 


Bij mijn moeder was ik ook nog. We hebben aardappelen en uien gepoot. De grond is nog steeds wat schraal, en als de aardappels aangeaard worden zal ik daar compost voor gebruiken. En ergens de komende weken hier een composthoop opzetten. Een kleintje. 


 




En tot slot nog even onze dorps-app. Hebben jullie die ook? Of een buurt-app? Die van ons is erg boeiend. Gisteren volgde ik live de uitbraak van 4 kalveren. Ze renden het hele dorp door.


'Wie heeft onze kalveren gezien? Vannacht zijn ze uitgebroken vanaf de Puntweg.' (06.48)


'Ze zijn bij Spijker Tuin het land ingerend.' (08.16)


'Kanlaan.'


'4 stuks'


'We missen er ondertussen nog een.' (08.23)


'We missen er nog steeds een. Het is een roodbonte met oormerk 3625' (12.28)


(Ik begon me zorgen te maken. Dat arme éne kalf, al uren in z'n eentje aan het draven!)


'Aan Kanlaan 62.' (13.51)


'Nu bij Kanlaan 58' (13.59)


Maar gelukkig, om half vier kwam het verlossende woord


Is terecht!' (15.21)


'Fijn!' (15.44)



Nou je ziet het wel he, never a dull moment in Punthorst!


Speuren naar ramen.

on dinsdag 29 maart 2022

 





Zo'n joekel, vlák voor ons raam. Hij kwam van het Waterschap, om de slootkant te kortwieken. We werden er met z'n allen niet vrolijk van, toen de jonge boompjes daar langs de sloot één voor één werden weggeplukt, als madeliefjes.


Maar ja, zo'n sloot kun je nou ook weer niet laten dichtgroeien met bomen. Als er weer eens een enorme plens water over ons land stroomt .... willen we wel graag dat dat dan snel kan worden afgevoerd, door efficiënte sloten. Dus moet dit, soms.


Met gemengde gevoelens stond ik voor het raam naar buiten te kijken. Dag boomkes. Toch leuk om jullie gekend te hebben, een tijdje. De boomkes worden op grote hopen gegooid. En ik ben maar eens van dichtbij gaan kijken, bij die hopen. En heb toen zo hier en daar wat ertussenuit geplukt. Kleinere exemplaren die niet teveel door de grijper waren beschadigd. En die liggen nu met hun wortelkluiten in de sloot. Naast ons huis.

Morgen ga ik weer es kijken of er nog meer overlevers zijn. Haha, naast adoptiekippen hebben we nu dus ook adoptiebomen. Iemand interesse? Het zijn vooral elzen en berken en wilgen. Wild en sterk spul dus.



🌱🌱🌱🌱🌱


Gisteren is er weer een rijtje winterwortels gezaaid. Dat is wel wat vroeg hoor. Winterwortels zaai je eigenlijk pas zo half april. Maar ik had vorig jaar nogal last van de wortelvlieg en hoop die nu vóór te zijn, door vroeg te zaaien.







En het is de laatste jaren elk voorjaar raak. Elke keer als ik wortels zaai dan is het droog. Ook nu weer. En dat is niet handig, want pas gezaaide wortels en ook de gekiemde plantjes hebben vocht nodig. Dus, net als vorig jaar en het jaar daarvoor en daarvoor, zaai ik in geultjes die eerst nat gemaakt zijn. En na het zaaien dichtmaken natuurlijk, en aandrukken.


En als het droog blijft dan giet ik hier óm de dag wat water. Met de broes. Tot het gaat regenen. Als je dat niet doet bij droog weer, dan wordt het niks met de wortelen.


Het omgespitte extra bed in de paardenbak, voor zoete mais, is klaar, en daarna afgedekt. De mais zaai ik pas tweede helft april. En zo'n zwart bed tot die tijd kaal laten liggen is niks. Dan komt het kweekgras in no time terug, en de brandnetels en wat hier al niet staat aan snelle jongens. Vandaar het afdekken. Er is nog wel eerst wat houtas op het bed gestrooid, voor kalium. Dat geeft stevige maisstengels. 








Ook voorkom je zo dat de grond snel uitdroogt. Hoewel men zegt dat het volgende week gaat regenen. Maar ja men zegt zoveel. Ik moet het nog zien. Het kan er altijd weer af.


Men zegt ook, dat we flink nachtvorst krijgen deze week. Wel min drie. Dat betekent aan de grond wel min vijf. De tomaten kunnen dus nog in geen tijden naar de kas. En ze worden al zo groot. Ze passen al niet meer onder het schuine dakraam.







Vorig jaar hebben Liek en ik er stokjes bij gezet. Dat was wel een aardige oplossing. Alleen zijn die stokjes ook snel weer te kort, voor zo'n plant die razendsnel groeit.


En het stond eerlijk gezegd toch vrij wiebelig, in de kleine potjes. 






Dus dit jaar wilde ik het eens anders doen. Ik dacht ze maar voor de ramen beneden te zetten. Met touwtjes, en die dan bijvoorbeeld aan de gordijnrails vastmaken. Dan kunnen ze een aardig stuk klimmen. In het licht.


Maar veel van onze ramen zijn klein. 







Dus, speuren naar ramen!




U vraagt, wij bakken.

on zaterdag 26 maart 2022






Graan nood?


Het lijkt er wel op. Ook in mijn mailbox. Ik krijg momenteel veel e-mails met vragen over graan. Over hoe je zelf graan verbouwt. En hoe je het dan oogst. En ook over of je het lang kan bewaren. 


Eerlijk gezegd ben ik niet zo'n beste uitlegger. Ik doe altijd maar wat, en laat dat dan hier zo'n beetje zien. En dan denken mensen dat ik er heel wat vanaf weet. Maar wat ik erover weet, is hoe ik het zelf doe. En dat werkt voor mij, maar voor een ander misschien weer helemaal niet. Het is niet DE manier, het is EEN manier. Het kan nét zo goed anders.


Ook ben ik niet zo van de exacte instructies. Ten eerste hou ik niet van recepten typen. Met van die dingen als één eetlepel van dit en vijftig gram van dat. Het is veel leuker om lekker een beetje de dingen van de dag op de laptop te rammelen. Géén lijstjes met ingrediënten ... en ook géén lijstjes met hoe je precies graan verbouwt. 


Exacte instructies. Met de pilateslessen geef ik ze wel, want dat steekt heel nauw. Maar voor recepten, och nee, niet nodig. Grote lijnen, en verder zelf uitzoeken. Want smaken verschillen. Het leukste van koken is je eigen fantasie gebruiken, toch? Beetje van mij en beetje van jezelf. En ook ben ik altijd bang als ik ingrediënten noem dat je dan meteen naar de winkel rent om dat te kopen, in plastic vaak ook nog, terwijl je zelf prima alternatieven in je keukenkast heb staan.





Brood bakken. Daar komen ook vragen over. Altijd al wel, maar nu meer. 


En omdat ik vandaag toevallig twéé verschillende broden bakte zal ik dat maar laten zien. Ik had weer een deeg gemaakt voor een zuurdesembrood. Dat moet elke week, want die starter die groeit steeds weer aan, en die moet je regelmatig gebruiken. Als je een tijd géén brood wil bakken dan moet de starter in de koelkast, daar kan hij wel een paar weken staan zonder bij te voeden.


En Paul zag mij zo bezig, en vroeg of ik ook een gewóón brood wilde bakken. Want hij houdt niet zo van zuurdesem. Tuurlijk kan dat. U vraagt wij bakken. 😊


Zo'n gewoon brood met gist, dat is vrij simpel. Ik maakte een klein brood, omdat Paul het alleen opeet. Toen ik nog voor een gezin van zes bakte maakte ik altijd broden van 800 gram meel. Maar dit keer een brood van 500 gram meel. Eerst 500 gram tarwe afwegen, en dat malen. Daar ging een eetlepel zout bij, roeren, en dan een zakje gist, en weer roeren. Gewoon gedroogde gist. Zie foto. 


Toen ging er 285 cl warm water bij. Eerlijk gezegd kijk ik zelf niet zo nauw. Als het deeg te droog of te nat is voeg ik wat meel of wat water toe. Maar als je voor het eerst brood bakt is het handig om alles die eerste keer precies te wegen. Ik deed er ook nog een scheutje sesamolie bij. Paul houdt daar erg van. Je kunt het ook weglaten. Brooddeeg kan mét en zonder vet. 


Als alles een beetje vermengd is ... hopla ... stort de hele deegrommel maar op het aanrecht. Het is nog wat kruimelig misschien, maar dat komt helemaal goed. Dat wordt allemaal mooi soepel en gladjes, door het kneden. Je kneedt het minimaal acht minuten. Langer mag, korter liever niet. En als het deeg te droog is maak je je handen nat. Ik doe dat meestal wel een keer of drie. Omdat ik volkorenmeel gebruik, neemt dat tijdens het kneden veel vocht op. Dat komt door de vezels. 







Dan sla je het deeg even op het aanrecht, om eventuele luchtbellen eruit te slaan, en maak er een keurige bol van. Je legt die in een kom onder een doek of schotel. Ik sprenkel er altijd nog wat druppels water overheen, en pak het goed in met schotel én theedoek, want zo'n volkorenbol droogt anders wat snel uit. 


Dan, wachten. Ga gerust wat anders doen. Ik fietste naar het bos, want ik had beloofd om een verslag te maken van de speurtocht voor de jeugd, van de natuurvereniging. 






Het was daar erg druk! Ruim dertig kinderen waren erop af gekomen. Hoera het kon eindelijk weer, na twee jaar corona stilte.


Het was een gekwetter in het bos, van vogels en ook van kinderen. Ze hadden foto's mee van dingen die ze in het bos moesten opzoeken. Met een kaart erbij. Sommige waren echt moeilijk! Zoals deze hieronder. Maar leuk bedacht van de jeugdwerkgroep. Je leert kinderen zo kaartlezen en ook om te kijken.


👀👀👀


(naar iets anders dan een schermpje)





Nou, dikke verwennerij natuurlijk. En nog wat prijzen, van een andere wedstrijd, die Jan met zijn zware basstem uitreikte aan de twee trotse prijswinnaars. Haha het galmde door het bos. 


Ik dronk even een kop koffie mee, en sprak wat nieuwe ouders. Dit keer maar niet gezeurd om nieuwe bestuursleden of vrijwilligers. Je schrikt de mensen daarmee af. We doen het andersom. We organiseren gewoon steeds weer leuke dingen, dan komen ze vanzelf wel meedoen. Toch?






En thuis was de bol al verdubbeld. Met bakkersgist uit een zakje gaat dat razendsnel. Zo'n eerste rijs gaat in ongeveer anderhalf uur. Als je bloem gebruikt, korter. Ik schat een uur. Het moet verdubbeld zijn, dan is het goed. Dan, nog een keer goed doorkneden, en de deegbol gaat dan in bakpapier in een pan, voor de tweede rijs. Dat duurt ongeveer een uur. Het moet weer minstens verdubbelen.


Het zuurdesemdeeg stond al vanaf gisteravond te rijzen. Dat duurde veel langer. Maar die was ook klaar. Je ziet goed het verschil. Links is het zuurdesemdeeg van rogge, dat is wat grijzig van kleur. En rechts is het gistdeeg, van tarwe. Dat is meer gelig. 


Ze gaan dan samen in een goed voorverwarmde oven, minstens 220 graden. Zoals je ziet bak ik in gietijzeren pannen. We vinden die ronde broden leuk, het heeft iets nostalgisch. Maar het kan net zo goed in lange broodvormen, als je die hebt. Wel even invetten van te voren. Bak de broden een half uur gloeiend heet, dan de temperatuur terug op 200, en nog een kwartier bakken.







Je ziet dat de structuur van de twee broden bijna gelijk is. Allebei mooi gerezen. Dat gaat ook zo goed omdat het warm is in huis door de zon. Eigenlijk moet je dus brood bakken als de zon schijnt. Zeker als je zonnepanelen hebt en een elektrische oven. De stroom komt dan rechtstreeks van je dak. 


Brood op zonne-energie!


En zo hebben we nu dus allebei een eigen brood, Paul en ik. Dat van Paul een mooi gistbroodje, en dat van mij een prachtig desembrood met een enorme smaaksensatie!😊





 


... en op de tuin is ook weer zo het een en ander gepoot en gezaaid. Maar dat komt volgende week wel weer. 



En wacht .... nog twee ps-jes .... 


ps. Iemand vroeg ook hoeveel graan je moet zaaien per vierkante meter. Op een vak van honderd vierkante meter zaaide ik vorig jaar 70.000 korrels rogge. Ik heb de hoeveelheid voor één meter geteld, dat waren 70 korrels, en ik had honderd rijtjes van tien meter. Dus. Haha. Kom je er zo uit? Op één meter is dat dus 70 korrels en op één vierkante meter 700. Want tien rijtjes van één meter. En kijk vooral niet op een korreltje meer of minder😄


ps. Als je echt álles wilt weten over brood bakken volg dan een workshop bij Teunie!