Daar zat een trouwalbum in, van Poek en Steijn. Het was eindelijk af en wij kregen ook een exemplaar. Echt zó leuk. Het ligt hier nu op tafel en elke dag bladeren we er wel even in. Even een half jaar terugreizen in de tijd, toen hier groot feest was ..
Maar goed, nu moet de mais worden uitgezocht. Want binnenkort ga ik die weer zaaien. Kom maar even mee naar zolder. Kijk, alle maiskolven van vorig jaar zitten in tassen die aan de deuren hangen.
Mais en ander graan en gedroogde bonen bewaar je het beste in katoen of jute. Zodat eventueel vocht nog kan verdampen. Als je het afsluit in blikken of plastic containers blijft er soms vocht in, en kunnen eitjes die soms in zaden achterblijven, nog uitkomen. Dat gebeurt dan meestal einde winter, in het voorjaar.
Dus dan heb je beestjes in je kostbare voedselvoorraad. Elk gewas heeft zo zijn eigen kevertjes en motten. Daarom, zorg er goed voor en kijk het regelmatig even na. Als je kleine hoeveelheden hebt kun je het ook na het oogsten een paar nachten in de vriezer leggen, vóór je het opslaat. Dan is alle gespuis in één klap dood.
Best een belangrijk werk. Welke kolven neem je? Dat hangt ervan af welk soort gewas je wil. Ik wil dit keer graag rode mais. Of, zo rood mogelijk. Rode korrels zijn hard en niet zo kwetsbaar. Ook vind ik de rode korrels mooi, en het geeft mooie kleuren brood en gebak.
Dus neem ik twee rode kolven en één geel-rode, en pel de zaden eruit voor zaaizaad. Het zijn alledrie mooi uitgegroeide en goed gevulde kolven. Door elk jaar de beste zaden te selecteren krijg je in de loop van jaren steeds vitalere gewassen die goed zijn aangepast aan jouw omgeving. Je oogst wordt steeds beter.
Hoe vaak ik nu ook mais gezaaid heb ... ik blijf het een juweel van een gewas vinden. Echt een heel bijzonder graan is het, zo voedzaam en lekker en ook nog makkelijk te telen. De zaden worden apart gelegd en ik zaai ze zo tweede helft april.
Dan naar de kas. Al het voorgezaaide spul moet begoten worden. Iemand vroeg in de email of ik de pepers in de kas laat staan met de nachtvorst. Tja, eigenlijk moet dat niet. Eigenlijk zijn dit de heen-en-weer-dagen, omdat je met de dienbladen met jonge tomaten en pepers etc steeds heen en weer loopt. 's Ochtends naar de kas, 's avonds naar binnen.
Maar ik doe dat dus niet. Ik laat ze in de kas, en hou het dan wel goed in de gaten. Mijn ervaring is dat met één of twee graadjes nachtvorst alles daar wel goed blijft gaan. Wel elke dag even buienradar checken dus wat er voor nachttemperatuur verwacht wordt.
En dat was dat. Dan nu nog de winterkost van vandaag.
Dat was nu eens lekker makkelijk. Patat van onze eigen dikke bataten. En dito pompoen. Beiden knapperig geroosterd in de oven. En appelmoes. En ketchup en mayo. Alles van eigen huis!
Alleen de worst was gekocht. Er zijn géén varkens op Moeskersmoestuin. 🐖