Onweersbeestjes.

on donderdag 11 juni 2020




Al zes jaar lang schrijf ik blogverhaaltjes, bijna elke dag, en je zou denken, dan ben je toch wel een keertje uitgeschreven?

Haha, het verbaast mijzelf ook! Dat er elke dag weer een blogpostje uit rolt. Het gaat zo'n beetje als volgt. Ik maak overdag af en toe snapshots van dingetjes die ik leuk vind om te zien, of belangrijk vind, of gewoon, soms zomaar. Van een fiets. Of een afwasborstel.

En 's avonds, als alle klussen erop zitten (in de zomer is dat een stuk later dan in de winter) klap ik de laptop open, zet de foto's erop ... en daar rolt dan bijna vanzelf wel een verhaaltje uit. Het is leuk werk, en het sluit de dag af. Zo voelt dat.

Een foto van het ontbijt. Dat was dat maisbrood, wat uit elkaar gevallen was. Paul houdt er niet zo van dus ik eet al die vier maisbroden zelf op. Nou ja, mijn moeder heeft er ook eentje gekregen. En omdat ik alleen was vanmorgen ligt er geen kleed op tafel maar eet ik van mijn servet. 😊

En als ik alleen eet mag ik graag eetlezen. Lekker alles lezen wat er zo op tafel ligt. Een boek, de kranten, och, het maakt niet zoveel uit. Als er maar niet teveel ellende in staat want dat bederft het ontbijt.






Vanochtend viel hier een mooi zacht regentje. De hele ochtend zowat. Dus heb ik er maar een huishoudelijk ochtendje van gemaakt. Vegen en dweilen (elke dag weer bossen en bossen honde- en kattehaar!) en alle dierenmanden en kleedjes gewassen en uitgeklopt.

Zoals je ziet hoort daar ook die gebloemde stoel bij. Paul en Brit delen die stoel samen. Rond zessen leest Paul er de krant, en in de avond ligt Brit erop. En daarom wordt die stoel erg vies. Ik leg er kleden en handdoeken in maar dat schuift vaak opzij.

Daar moeten we dus nog iets op verzinnen. Iets van een grand foulard, in een vuil-kleur.

Vanmiddag, bloemendag. Weer heel veel zonnebloemen gepoot. Met de hoop dat we in de herfst zelf een beetje zonnebloemolie kunnen persen. Dat lijkt me zo leuk als dat zou lukken!

En later moesten er nog spullen voor de dieren gehaald worden. Onder anderen een pak koek voor de koeien. Als ze in een weiland verderop staan, krijgt Bella elke dag een koek. Dat is om haar tam te houden. Want op zo'n weiland heb je toch minder contact met de beesten. En nu komt ze meteen aanhollen als ze mij ziet. Niet vanwege mij maar vanwege de koek. En Buurtje eet soms ook een brokje mee. Misschien wordt zij ook ooit wel tam, door de koek.

(ze is al drie etmalen niet ontsnapt!! afkloppen!! 😊)





Er zitten vrij gewone dingen in. En nog wat extra mineralen. En Brit lust ze ook graag. Zij krijgt soms ook een klein brokje. Zo heb je een hoop happy dieren van één zo'n koek! 😊

En ook zijn we aan de allerlaatste aardappelen bezig. Ik denk dat we ze nog twee of drie keer kunnen eten en dan is de laatste pieper op! En dan? Er zijn nog geen nieuwe.

Och ... dan maar patatje halen.😄😄

We hebben wat problemen met de rookmelder. Die gaat steeds sneller af. Eérst ging hij alleen maar af als ik een hele stapel pannenkoeken aan het bakken was. Dan ziet het hier blauw. Maar nu dus ook al, bij een pan piepers. Vanavond moest ik hem drie keer uitdrukken, met de steel van de bezem. Hij zit namelijk nogal hoog. En ook nog pal boven het fornuis, dat is misschien toch niet zo'n goeie plek.






En vanavond, op de fiets naar de appie, waren er overal onweersbeestjes. Ik heb ze al in geen jaren gezien, of er misschien niet op gelet. Vroeger waren ze er altijd. Ze zaten op je armen en benen en het kriebelde. Maar niet heel erg. En ze zaten ook in de fotolijstjes van mijn ouders, gedroogd en al, op die oude foto's.

Ze zaten overal. Maar waren niet echt lastig. En na een tijdje waren ze zomaar weer weg.

Nu ging ik erop letten en zag ze ineens overal.

Ook in het schaaltje blaadjes. Ze kropen uit de bloemblaadjes en liepen op de rand. En ze zaten op het raam, erachter.





Morgen, als het warmer wordt, gaan ze vanzelf weer weg.

Iets wat niet vanzelf weer weg gaat is de rommel in de kapschuur. Die slibt langzaam aan weer vol. Morgen opruimdag!






5 reacties:

Hilde zei

Nog nooit van gehoord; die onweersbeestjes.
Weer wat geleerd!

Ik ben heel blij dat je zo trouw schrijft. Leerzaam, leuk én onderdeel van mijn 'eetlezen'!
En ik lees dat ook bij anderen in de reacties terug ;)

Op vakantie houd ik een dagboek bij, omdat er zoveel indrukken zijn die ik niet wil vergeten.. en om mijn toekomstige zelf tips te geven voor de volgende vakantie!
De dag voelt dan pas af als het (in steekwoorden) is opgeschreven.
En daarna val je als een blok in slaap, haha.

Anoniem zei

Blij dat je elke dag tijd vindt om te schrijven, ik geniet elke dag van je blogs.

groet, Cleo

Anoniem zei

Oh zo heerlijk die schrijfsels van jou!
Het is (bijna) het eerste wat ik 's morgens even doe,
lekker meeleven met jullie belevenissen en daar dan ook nog es door
geïnspireerd worden!
Ga vooral zo door ( als leven en welzijn dat toelaat)
Ha deftig woord voor een grunninger wicht van die onweersbeestjes,
Dundermiet 😉
Veel buitenspeel plezier allemaal.

Groet'n uit de tuin van " de Bruin "

Lies zei

Soms enkele keren klikken om Clarien te vinden, meestal ook om mijn dag af te sluiten.
Iedereen komt voor een koek natuurlijk...!
Rookmelder zit hier in de inkom.
En regen, hoe weinig ook, daar blijf ik op wachten...
Lie(f)s.

Willem zei

Die onweersbeestjes breng ik meteen in verband met het broeierige weer van de hondsdagen. In Midden-Drenthe, mijn geboortestreek, noemden we ze 'dunderbiesties' of 'dundermuggies' en in het woordenboek van de Drentse dialecten (WDD) vond ik dAT ze in Noord-Drenthe 'dundermiet''genoemd worden. Maar welke naam je ze ook geeft; het blijven vervelende kriebelbeestjes.
Grappig dat de veekoeken nog steeds bestaan. Als de koeien 's winters op stal stonden kregen ze die elke dag als extraatje. Achteraf denk ik dat het gewoon diende als krachtvoer, want de ene koe kreeg er zes of acht en de andere maar drie. Als een koe net gekalfd had dan kreeg ze ook een paar extra. Er zat een gedachte achter, maar welke, daar kan ik hooguit naar raden want ik heb het mijn vader nooit gevraagd. Ik weet wel dat ik als kind wel eens een brokje ervan op at en in mijn herinnering was het een beetje zoutig, net als de liksteen die 's zomers altijd in het weiland hing. Als kind waren we veel gekker op de verpakking; mooie dunne kartonnen dozen. Van dat karton maakten we van alles, maar het meest favoriet was wel een molentje ervan vouwen. En als je iemand bang wilde maken maakte je er een soort masker van. Kabulsekop noemden we dat, al geeft het WDD alleen maar kabilskop. Maar ook de samensteller ervan is/was niet alwetend.