Zeven zeven, en winkeltje spelen.

Ze staan overal. Stokrozen, op het punt om in allerlei kleuren uit te barsten.

Stokrozen zijn echte zomerbodes. Ze bloeien als de zomer begint. Maar, hoe prachtig ze ook zijn ... mijn favoriete bloem is toch de korenbloem.

De eenvoudige korenbloem. Blauw kruidje tussen het koren. Daar gaat niks boven vind ik. Vooral als hij afsteekt tegen een blauwe lucht. Blauwer dan blauw.

Het veldje waar we drie jaar geleden rogge hebben gehad, dat ligt braak. Dat wil zeggen, ik wil daar graag een bloemenweide van maken. Vorig jaar heb ik ál het wilde bloemenzaad dat ik had, verzameld over een hele zomer, in dat weitje uitgezaaid ...

..... en kijk nou toch es .....

Je kunt wel zien, ik had veel korenbloemzaad. Maar ook wilde margrieten bloeien hier, en rode klaver en echte kamille, en roomse kamille, en klaprozen en duizendblad en nog veel meer. Ik ken ze lang niet allemaal.

Het zoemt er van de insecten. Het is echt een feest om over dat weitje te lopen! Of erin te gaan liggen, met de blauwe bloemen boven je hoofd die afsteken tegen de egaal blauwe juni hemel.


🌼🌼🌼🌼🌼

Maar we kunnen niet de hele dag in een weitje blijven liggen. Er is zoals altijd een hoop te doen. Ik bespaar je het kevers vangen en het wieden. Dat is toch altijd hetzelfde. Wel wil ik je binnenkort weer eens alle gewassen laten zien. Hoe het met ze gaat. En hoe ze al dan niet hersteld zijn, van droogte en vorst en vraat.

Na het tuinwerk heb ik weer een potje met zuurdesem opgestart. Daar is het nu het perfecte weer voor! je begint met een paar lepels vers gemalen rogge mengen met water tot een papje. In plaats van roggemeel kun je ook tarwemeel of bloem nemen. Goed roeren, en met een lapje erom wegzetten op een warme plek.

Morgen deel twee!

En toen begon het winkeltje spelen!!

Tja zo voelde het in elk geval. Ik had vandaag weer een paar manden met kruiden geoogst. Van die gewone dingen. Lavas en smeerwortel en weegbree en snijbiet, en ook tijm en rozemarijn en salie.

Nu waren er dus die manden. En de zeven, daar zaten nog allerlei gedroogde kruiden in. En op zolder op de dienbladen lagen ook nog bossen gedroogde kruiden. Het zijn bijna allemaal bladkruiden, behalve de rabarber.

En dan voelt het nét alsof je een winkeltje hebt. Kijk, daar heb je mijn eerste klant ook al! Brit staat al in de rij om wat te kopen uit het winkeltje.

'Wat zal het wezen?'
'Heeft u ook een bot?'

Hahaha, nee Brit is géén planteneter! Hooguit af en toe rauscht ze een stuk kweekgras af, of een stuk ander blad. Om de brokken en het vlees te verteren. Maar een grote klant van mijn winkel zal ze niet worden.

Een heleboel van de kruiden zijn al droog genoeg om op te bergen. Uit een ver verleden heb ik nog wat tasjes van het tassenteam uit Bussum. Van Betty kreeg ik ook ooit een stel mooie witte tasjes.

Alle tasjes zijn gemaakt van gerecycled katoen. Dat kochten we in Kringlopers of hadden we zelf op zolder liggen, of we kregen het.

Kruiden kun je prima in dat soort stoffen tasjes bewaren op een droge plek in huis.

En nog een tip voor het bewaren van kruiden. Hou ze zo héél mogelijk! Dus nog niet verkruimelen. Voeding verliest waardevolle stoffen als het niet meer intact is. Wat ook wel logisch is, als je bedenkt dat je dan allemaal cellen kapot maakt.

Dus, pas vlak vóór gebruik verkruimelen of fijnmalen of wat dan ook.

Kijk, hoe mooi, zo'n gedroogd takje jasmijn. En het ruikt lekker!!

Mooie kruiden zoals jasmijn en gedroogde violen en goudsbloemblaadjes doe ik in doorzichtige zakjes. Zodat ze niet in het donker zitten mooi te wezen!

En. Wat doe je dan met al die kruiden?

Och.

Ik heb dit jaar gewoon een kruidentick! Zeg maar. Zo had ik vorig jaar een jaarrond-vers-voedsel-eten tick. 

Elk jaar een ander thema, en zo leer je steeds weer wat bij. Deze kruiden gaan in allerlei theeën. En in onze huisapotheek. En in cosmetica en huidzalfjes en smeerseltjes, die ik wil maken. En heel veel van de kruiden gaan gewoon fijngemalen door de winterkost. Als magnesium en kalium en calciumleveranciers.

En weer anderen zijn voor meer pit en smaak.

Nou, de gedroogde kruiden zijn netjes opgeborgen in tasjes. En de rabarber wil ik morgen verder mee aan de gang.

Wat er dan nog rest zijn ..... zeven zeven ... vol met verse kruiden.

Ik heb ze snel maar even opgestapeld en ben de dieren gaan eten geven. Die liepen te vreselijk te schooien want het was allang hun etenstijd!

(zoiets vergeet je snel als je leuk zit winkeltje te spelen!)