Daadjes, praatjes, en plaatjes.

on vrijdag 21 augustus 2020







Het is de beloning van het seizoen ... de beloning van een half jaar lang hard werken .... als de oogsten binnenrollen .....😊😊😊


Al het werk wordt dik uitbetaald ..... in prachtige verse en lekkere gewassen. Elke dag nu. Kratten en kisten en manden en zakken vol, haal ik elke dag van de tuin.


Maar die beloning komt niet zómaar eventjes naar binnen rollen. Nee, zo gaat dat niet. Het is net als bij de bij, die elk drupje nectar één voor één uit de bloem haalt, en er soms kilometers mee vliegt, om er de wintervoorraad van haar volk mee te vullen. Ja, zoals bij dat bijtje, zo gaat dat hier ook.


En dan, eenmaal thuis gebracht, dan moet er nog wat mee. Druiven worden ontsapt, tomaten tot saus en ketchup verwerkt, kruiden gedroogd, bieten, wortelen en aardappelen netjes in kratten in de koeling opgeborgen, uien in bossen opgehangen, en courgettes .... och ..... die geef ik links en rechts weg want we hebben zoals altijd veel te veel.


Sommige projecten gaan goed, andere mislukken. Die tomaten die ik op het dak droogde .. die zijn alweer van dat dak af want de zon verdween ineens. Nu gaan ze van hot naar her en er zijn al wat schimmelige exemplaren weggegooid. 









Och en als je al dat gedoe niet wil dan leg je ze gewoon een nachtje in de oven, of in je droogapparaat, op 50 graden. Kan ook.


Terwijl de deftige gekochte en ge-ente komkommerplanten in de kas om de drie dagen een mooie lange komkommer tevoorschijn toveren, gaan de snackkomkommers als gekken tekeer. Ze staan gewoon buiten, uit zaad opgekweekt, maar de komkommertjes buitelen je om de oren. Elke dag zijn er weer nieuwe. 







Oh ik laat nog even op verzoek de Gundruk zien. Hoe dat dan verder gaat met dat bietenblad. Het is niet heel moeilijk, maar vraagt wel om spieren. 


Je rolt de deegroller over de bladeren zodat ze kneuzen en makkelijk in een pot te proppen zijn. En dan prop je héél veel blaadjes in zo'n pot. Echt veel! In mijn twee jampotten ging een heel krat aan blaadjes. Gewoon hard duwen met de stamper van je vijzel, en vooral langs de randen. Steeds duwen en stevig instoppen. Nét zolang, tot ineens er allemaal sap vrijkomt en de pot tot aan de rand volloopt met sap.


Dan draai je stevig het deksel erop en zet de potten op een warme plek om te gaan gisten. Zet ze op een schotel want het gaat lekken. 


(och, eigenlijk is dit natuurlijk ook weer net zoiets als kuilvoer maken en zuurkool enzo)


 







En wat je hier ziet was even een experiment tussendoor .... jam maken van lijsterbessen. Ik was het al lang van plan, omdat die bessen eetbaar zijn, en gezond, en omdat ze overal hangen. Nou, vandaag gedaan dus. Ik wilde langer wachten, maar de eerste bessen gingen al verdrogen.


Lekker? Die bessen? Nou nee, haha, dat niet.


Dus heb ik de jam aangevuld met frambozen. En citroensap. En suiker. Véél suiker.







Het is nog steeds niet héél lekker, maar toch leuk, want het is voor allerlei dingen goed. Maar dat moet je maar even googelen.


Vandaag véél daadjes en daarom niet zoveel praatjes en daarom dus maar gewoon véél plaatjes. Met tot slot ... nog even die eentje van die ene brutale wesp. Hij zat er nu half uit maar zit er soms ook helemaal in.





Je moet écht uitkijken als je nu frambozen plukt en er af en toe eentje in je mond stopt. Dat is een soort  Russische Roulette! 😄






 

2 reacties:

Lies zei

Soms zegt één foto meer dan duizend woorden, Clarien…
Lie(f)s.

Willem zei

Wat ik me herinner van de smaak van lijsterbessen is dat ze uitgesproken flauw zijn en zelfs een beetje melig. Op onze zwerftochten 'door het veld' aten we vaak bessen van allerlei bomen en struiken; bramen, frambozen en bosbessen waren onze favoriet, andere eetbare bessen aten we ook, evenals wat er op de akkers verbouwd werd. Maar vanwege het gebrek aan smaak en lieten we de 'liesterkrallen' meestal ingemoeid. Ook het gebrek aan vruchtvlees en de vele pitjes zullen bijgedragen hebben aan de geringe populariteit. Als je dorst had en je had het geluk dat je een vogelkers, of nog beter, een wilde kers tegenkwam, voelde je je de koning te rijk en was het smullen. De smaak ervan was wel erg uitgesproken, maar het leste de dorst en vulde, in geval van de wilde kers, ook nog eens je maag. De vruchten van de haagdoorn, -wij hadden het over een koekangenboom en de vruchtjes heetten dan ook heel toepasselijk koekangen-, waren ook eetbaar, maar net als de lijsterbes flauw van smaak, weinig vruchtvlees en veel pitjes. Maar het vulde.
Volgens de verhalen die ik gehoord heb werden lijsterbessen bewaard in wit zand en werden 's winters, na enige tijd geweekt te zijn in brandewijn, aan de vogels, lijsters, gevoerd. Naar gezegd werd, werden de lijsters behoorlijk aangeschoten en waren dan gemakkelijk te vangen. Wat het doel van die lijsterjacht was, weet ik niet, maar het zou me niet verbazen dat ze uiteindelijk in de braadpan eindigden. Het lot van de vogel; door een kater, of met een kater je leven eindigen.