Als het goed is zie je hier op de foto hierboven vier katjes.
Zie je ze?
Nee zeker. Nu (op de foto) zie ik ze ook niet meer allemaal. Maar ze waren er echt. Ze zaten allemaal te kijken wat ik aan het doen was. Zo lief, ik zag steeds acht oortjes uit het hooi omhoog steken. (één katje is al weg)
Kijk, daarboven zie je Bossie. Het mooie zwarte poesje, dat héél snel verkocht werd op marktplaats, maar toen haakte de koper ineens af (dat heb je soms op mp) en die we nu dus zelf houden, en waar ik erg blij mee ben, want ze is een heel lief en aanhalig poesje.
... en vlak boven haar zie je ..... Oranje. Haha ja die kat heet echt Oranje! Die gaat naar een vriend van ons, en zijn kinderen hebben hem Oranje genoemd.
Maar ik zeg gewoon 'orens' op z'n Engels. Dat is korter. En daar luistert hij ook naar.
Orens is de kleinste, maar hij is absoluut niet bang en wil met iedereen vechten en stoeien. Het is net een kopie van onze eigen Bekkie, alleen heeft hij niet dat vlekje naast de bek, waardoor Bekkie Bekkie heet.
En dan heb je natuurlijk Billie ....
Billie blijft ook bij ons.
En Hartje is er ook nog, maar die wilde niet op de foto. En Engeltje, het mooie beige katje, maar die is al opgehaald. Door een lief stel, die nog geen kinderen hadden en al hun liefde op het katje gaan projecteren.
Engeltje heet nu Gatsby.
Verder gaat het werk steeds door. Ik wilde wel wat 'affo's' laten zien (klussen die afgerond zijn) maar helaas ik doe steeds van alles een beetje. Er komt niet snel wat 'af'. Rogge dorsen bijvoorbeeld is zo'n zwaar werk voor de schouders en rug dat je dat maar een paar uur kan volhouden.
Toch kwam het vandaag af!
Het stro heb ik in bigbags gepropt, op twéé schoven na. Want misschien kunnen we deze winter van dat mooie lange goudgele stro nog dingen vlechten. Manden of hoeden, of bijenkorven. Dus twee schoven met leeg stro zijn weer bij elkaar gebonden, en staan nu te pronken als ballerina's, tegen de kapschuur.
Vanmiddag liepen we weer achter, om compost te verzamelen. Ook dat kwam niet af.
Ik had de big-bag elke keer tussendoor goed aangestampt.
En toen ik hem mee wilde nemen naar huis, toen kon ik hem niet meer tillen. Hij was te zwaar. Dus hij staat daar nog steeds. Nu moet Paul morgen maar helpen.
Je ziet hier op de tuin dat er weer allerlei nieuw spul staat te groeien. Spinazie en kruiden, en ook broccoli en bloemkool. Allemaal verse groente voor het najaar en de winter.
Overal waar lege plekken zijn, heb ik opnieuw ingezaaid. Er is geen plekje zwart op de tuin. Zo hoort het eigenlijk ook. Op de plekken waar groenbemesters zijn gezaaid, zoals zonnebloem en boekweit en phacelia, daar zoemt het van de vlinders en bijen en libellen en andere insecten.
Het kan wél hoor, de insecten weer terughalen .... 🌺🌺🌺🌺🌺
Je moet er wel wat voor doen, maar dan kan de natuur zich gewoon weer herstellen. En dat is iets waar ik héél blij van word ....
3 reacties:
Wat een dotjes. En prachtig, die foto's zo in dat stralende hooi.
Ik hoop dat je toch een voldaan gevoel hebt, van het 'work in progress'.
Ik kan niet wachten om volgend jaar overal en nergens Phacelia tussen te zaaien. Een kleurrijk vooruitzicht!
HGr Hilde
Wat fijn dat Bossie bij jullie blijft, nu krijgt ze zeker een fijn leventje want bij verkoop op MP weet je dat nooit. Moest nog asn jou denken toen ik gisteren een documentaire zag op tv over de mogelijke relatie tussen het spuiten met bestrijdingsmiddelen en het risico op het krijgen van de ziekte van parkinson. Ook de gele akkers bij ons in de buurt vind ik altijd een vreemd gezicht in het voorjaar. Mooi dat bij jullie de insecten weer terug komen.
Dorsen met de hand is sowieso een vermoeiend werk naar ik gehoord heb. Mijn grootvader dorste nog met een dorsstok, eigenlijk niks meer of minder dan een gebogen tak die aan een kant afgeplat was. Ik heb ze als kind nog wel gezien, want een dorsstok was bij zijn generatie een persoonlijk bezit. Dat wetend vond ik het bijzonder omdat wij drie van die dorsstokken hadden. Later kwam ik er achter dat een van die drie van mijn opa's oudste broer was en een van mijn vader. Die was wagenmaker, eigenlijk timmerman/stelmaker, geworden en had niet de boerderij overgenomen van zijn ouders, wat wel gebruikelijk was.
Dorsen gebeurde voor het 'dorsmachinetijdperk', nog met de hand, 's morgens voor het eten. Alle volwassen manlijke gezinsleden deden er aan mee en geslagen werd om beurten, zodat er een bepaald ritme ontstond. Het maakte dorsen minder vermoeiend. Als het dorsen klaar was werd afgeweken van het ritme, maar kwam de zogenaamde pompslag. Alle mannen gaven gelijktijdig een slag, wat voor de vrouw des huizes het sein was dat de mannen zo kwamen voor de ochtendboterham.
Stro werd in mijn grootvaders tijd niet alleen voor veevoer en strooisel gebruikt, maar ook om er 's winters bijenkorven van te vlechten en lang en gaaf stro, gemakshalve 'langstro' genoemd, werd ook gebruikt als onderste laag voor een rieten kap. Dat bespaarde op het dure riet en volgens de rietdekker ging de onderlaag van stro niet ten koste van de duurzaamheid en waterdichtheid. Ook werd er stro gereserveerd voor het vullen van de strozakken. Daarvoor werd geen roggestro gebruikt, dat was te hard, maar haverstro. Zonder hele dikke ganzen overigens. Ik heb nog meegemaakt dat mijn opa 'wiepen' vlocht van stro; een soort matjes die hij 's winters in zijn klompen deed. 'Krijg je nooit koude voeten' was zijn argument.
Om een variant te gebruiken op een reclameslogan "stro, het meest veelzijdige materiaal"
Een reactie posten