Nou, daar gingen we weer vanochtend. Eérst zo'n strook een beetje losharken, dan héél zorgvuldig het zaad, vermengd met ruim wit zand, gelijkmatig 'sprenkelen' over de hele strook, en dan nog wat in harken.
En nu maar wachten op de kleurenpracht .... komend voorjaar. Tatyana had vanochtend alvast voor ons wat kleurige bloemen geplukt, in de huidige tuin van de Oekraïners. Want de moestuin die wij hier voor hun aanlegden hebben de bewoners nu volledig in eigen beheer. Wat ook precies de bedoeling was!
Zuurdesem maken is vrij simpel. Op dag 1 roer je een paar eetlepels volkoren meel (liefst vers gemalen rogge, maar alle soorten kan) met wat water tot een dik papje. Staan laten op een warme plek, met een doekje erop. Op dag drie vul je dat aan met weer een paar lepels meel en water, weer roeren en laten rijzen, en op dag vijf idem dito.
Met wat geluk heb je nu een goed werkend zuurdesem. Er zitten luchtbelletjes in het mengsel, en het verdubbelt steeds in volume een paar uur na de toevoeging. Op dag zes heb ik een beslagkom gevuld met 500 gram volkoren meel en een halve liter lauw water, en daar ging alle zuurdesem bij. Roeren.
Van die mix deed ik een paar lepels in het kleine potje, bedoeld als nieuwe starter, en de rest zette ik een nacht te rijzen. De volgende ochtend deed ik daar nog 200 gram meel bij, waar een eetlepel zout doorheen was geroerd. Dat goed mengen en dan weer een paar uur laten rijzen.
En dan die bol gerezen brooddeeg voorzichtig in een hete voorverwarmde gietijzeren pan overdoen, en in een gloeiend hete oven (220 tot 240 graden) 40 minuten laten bakken. Dan krijg je zoiets:
Het rijst niet zo hoog als de luchtige broden die je van de bakker kent, die met gist en deels met witte bloem worden gebakken. En je moet misschien ook even aan de smaak wennen. Die is licht zuur. Ik vind het héérlijk.
Paul niet zo. Haha en die eet dus gewoon lekker vers en 'hoog gerezen' brood van de bakker!
En de azijn. Ik had véél te weinig dit jaar. Het is allang allemaal op en voor komend jaar moet ik dus veel meer maken. Van een buurvrouw had ik wat appels gekregen, en onder onze bomen liggen ook steeds wat valappels. Genoeg voor héél wat appelazijn.
Twee grote potten met in beide 5 liter water. En daar plonsden de appelschijven in. En toen goot ik er suikersiroop bij. Twee kilo suiker opgelost in twee liter water, verdelen over de twee potten. Dat is in totaal 1 kilo suiker per zes liter water. Dat is in mijn ervaring genoeg suiker om sterke zure azijn te maken.
de gelige kleur van de siroop komt omdat ik biologische suiker gebruik |
Zet alles dan op de warmste plek in je huis. Bij ons is dat op zolder. Doekje erop en eventueel een schotel om de appel onder water te houden. Na een week of wat als het kritzuur is kun je het zeven door een doek, en nog een paar weken laten staan. Dan nogmaals zeven, en bewaren in afgesloten flessen.
0 reacties:
Een reactie posten