Ik had het daar van de week met een jonge moeder over. 'Ik ben niet super schoon,' zei ze, 'maar de kinderen hebben nooit wat. Ze zijn wel wat gewend.' Prompt viel haar zoontje bij ons van de bank. Met het koppie op de grond. En boiiiiing hij stuiterde zo weer omhoog en klom terug op de bank. Niks aan de hand.
Als je dan volwassen bent, dan ben je de meeste kinderziektes te boven. Dan kan je ook wel een stootje hebben, meestal tenminste.
Kleine kinderen en volwassenen hebben over het algemeen aardig wat veerkracht.
Maarrrrrrr ..... daar zit nog een groep tussenin.
De Puber.
Dat is een ander verhaal, die puber. Kwetsbaar tot en met.
Bij een puber kun je fouten maken, je moet een beetje oppassen wat je zegt, soms wat meer ruimte geven, soms juist grenzen stellen. Een puber is een schitterende volwassene in wording, maar ook ingewikkeld om mee om te gaan .... soms.
Daar moest ik aan denken, vandaag, op het bonenvak.
De jonge boon, als zaad, is ge-wel-dig sterk. Hij kan bijna alles hebben. Laat hem liggen in een hoekje en hij blijft jaaaaaren goed. Niks aan de hand.
Ook de plant, eenmaal uit dat zaad gegroeid, is een sterk gewas. Hij kan goed tegen droogte, tegen warmte, kan snel klimmen, en doet het prima op de meest verschillende grondsoorten.
Hij haalt zelfs voeding uit de lucht!
Maar tussen zaad en plant, daar zit nog een stadium tussenin. Tussen zaad en plant zit ...
De Puber.
Ik had puberbonen op het land staan. Zaden die nét gekiemd waren. Kwetsbaar dus. En toen .... toen stopte het met regenen. Toen werd het warm, en werd de aarde droog.
En dat is nu nét datgene waar een pas gekiemde boon niet tegen kan. Droogte.
Ze waren aan het verdrogen. Dus ben ik gaan hannesen met geultjes graven en water gieten, op die kiemende pubers. Zorg, aandacht, liefde, nou ja, en heel veel vocht dus.
Lente kwam toen net langs ... en zag mij ploeteren
'Je wilde toch warmte?'
'Ja maar nu wil ik een bui.'
Maar niks hoor. Ze lacht en is alweer weg. Geen spatje, dit keer.
Nog een ander lapmiddeltje .... ik heb een plekje gemaakt op het bed waar wat reserve plantjes worden opgekweekt. Voor als de pubers niet opkomen. Dan zetten we deze in de rij.
Nou zo probeer je maar weer wat.
Water hebben we in elk geval genoeg, met die sloot langs het weiland. Maar dat gesjouw met gieters is een gedoe. Dus we gaan een nieuwe voorziening aanleggen.
Een ton op de tuin. Hartstikke handig. Er is geen regenpijp dus eerst moet die gevuld. met emmers uit de sloot.
In de eerste emmer zit meteen al een vis. Dus er komt een zeef op de ton, zodat we de dieren kunnen terug smijten in de sloot. Want een vis in de ton is zielig. Die blijft er z'n leven lang in.
En dat was dan het bonenvak. Met zes bedden. Met kwetsbare pubers. En met een nieuwe ton.
Bijna alle bonen die over waren zijn nu uitgedeeld. Ook vandaag kwamen er weer bezoekers om wat van die bonen te halen. En ook vandaag kreeg ik weer meer dan ik gaf. Maar dat hoeft echt niet hoor!
Maarre ... wel superlekker!! Dat wel. Bedankt dames! En misschien tot op de Open Dag!
2 reacties:
Kinderen kunnen inderdaad vaak beter tegen een stootje dan je denkt, maar toch moet je allert zijn. Ik moest denken aan onze zoon toen die klein was, op de volkstuin was hij gevallen op een stoeprand.Liep daarna heerlijk door, huilde niet en maar liet zijn rampje hangen, dus voor de zekerheid naar de VU.En inderdaad een breukje in zijn spaakbeen van de onderarm , hadden we het toch goed dat we het niet vertrouwde. Zo is het eigenlijk ook met de natuur gewoon op je gevoel intuitie afgaan . Fijn dat alle bonen een plekje hebben gekregen . En je open dag ??? daar zal je vast nog wel over schrijven .
gr Henriette
www.onsleveninroemenie.blogspot.ro
Hihi, spannend ... open dag ...
Een reactie posten