Als het weiland dan is gemaaid, en het hooi is opgeschud en gedroogd en tot dikke hooipakken geperst, dan moet het ook nog worden opgehaald natuurlijk. Het moet onder de kapschuur. Het mag niet nat worden.
Dit jaar had ik daar hulp bij gelukkig, van Paul. Heel fijn want het was warm ... en het waren één-en-negentig pakken. En die zijn zwáár. In elk geval wegen ze méér dan twintig kilo, want zoveel weegt een zak dierenvoer, en dit was echt heel wat zwaarder. Dus die extra set spierballen van Paul erbij was heul fijn.
En het moest natuurlijk ook weer allemaal opgestapeld. Paul vond het leuk om te helpen, hij werkte thuis en het was voor hem een afleiding, tussen alle teams-meetings door. Z'n collega's zullen wel gedacht hebben wat heeft hij toch allemaal in z'n haar zitten? Dat was dus hooi.
Van het hooi naar de azijn. Ik heb nog een litertje of twee appelazijn over, in de jerrycan. En een groot deel daarvan heb ik van de week gebruikt om mosterd te maken. Eerst moest ik het zeven want er zat weer een dikke plak moer op.
Vervolgens doe ik er niet heel veel bij. Alleen wat suiker en wat honing, en een beetje zout. Uiteraard kun je er ook nog allerlei kruiden aan toevoegen. Dan alles goed mixen. Dat duurt wel even. Tot de meeste zaadjes gebroken zijn en het geheel een mooie mosterdkleur krijgt.
Oh ja, en laat het vooral een tijdlang trekken. De eerste dagen smaakt het nog wat bitter. Maar het wordt steeds scherper en het bittere verdwijnt dan.
Ook de eerste zwarte bessen zijn geplukt. Ik moest er mijn imkerpak bij aan doen want de meest productieve bessenstruiken staan precies voor de bijenkasten. Dat is natuurlijk logisch want die worden het beste bestoven.
Het beste kun je de gezeefde bessen eerst wat af laten koelen, tot zo tussen de veertig en vijftig graden. Dan pas de honing erbij roeren. De waardevolle enzymen in de honing blijven dan intact.
Op de tuin heb ik alle tunnels weg gehaald. De aardbeien zijn nu wel zo'n beetje af geoogst. Op een paar handjes vol na, wat je er wekelijks nog af haalt. En de kolen daar zaten ondanks de tunnels toch steeds weer koolwitjes in. En die konden er dan niet meer uit. Dat was zo'n zielig gezicht, die opgesloten fladderende vlindertjes .... dus ook die tunnel is weg.
Dan maar wat rupsen op de kool.
Dus daar waren wij bezig, terwijl Steijn met een paar vrienden de boel in het oude huis aan het inladen was. En Lien was ook in hun oude huis, die zorgde voor Wolfje.
Ik deed het sanitair en de trappen. En we waren nog maar amper klaar ... en daar kwam de vrachtwagen al aantoeteren met daarin de heren verhuizers en het hele meubilair. En daar liep iedereen met z'n zandvoeten over de gedweilde vloer. Sjouwen en sjouwen.
Enne ... vorkjes en schotels zaten ergens onderin een doos dus alles ging zo hóp uit het handje naar binnen. En dat zijn juist de lekkerste taartjes!
Want in Oegstgeest vierde Merel haar verjaardag. Ook toevallig, vandaag. En daar knuffelden we uitgebreid met Beertje, hebben de neefjes Beer en Wolf nog even met elkaar gestoeid, maar moest Beertje toen écht naar bed want was doodop van feest en visite.
Wij waren ook wel moe toen we een uurtje of wat later weer terug reden naar huis. Met Wolfje mee, want die logeert hier weer. En bij Amsterdam stonden we nog met hem in de file. Wolfje was doodop van al die avonturen op één dag en ligt nu in diepe coma in z'n bedje.
Maar het was een fijne familiedag!