Maar ik had toch wat foto's gemaakt zo her en der dus, komaan, toch maar even een praatje maken. Je ziet de bak met mais, die Jante en ik afgelopen maandag hebben gepeld. Het was de laatste mand met gedroogde maiskolven van vorig jaar, en nu zijn we dus klaar met mais pellen. Nou ja, tot komende winter. Dan beginnen we aan de kolven van dit jaar.
Van een vak van ongeveer zestig vierkante meter kwam zo'n veertig kilo mais. Dat is best veel. Van de andere granen zoals rogge en tarwe heb ik verhoudingsgewijs veel minder opbrengst. Ook daarom is mais zo'n dankbaar gewas. Het vraagt niet zoveel van de grond en levert wel veel op.
De gepelde korrels gaan in katoenen zakken, op de zolder. Daar hangen ze op een droge plek. Zo krijg je er geen beestjes in. Hoe droger bewaard, hoe beter. Granen kun je daarom beter niet in plastic emmers bewaren.
(haha oh wat grappig, ik keek daarnet even op Google op 'hinter twinter', omdat de autocorrectie het niet herkende, en wat blijkt?? Het is Gronings! Echt Gronings dialect, van het Hoogeland! Haha, nooit geweten. Ik dacht echt dat het ABN was. Het betekent trouwens, 'door elkaar')
Maar goed. Dat hout moest nu dus allemaal weer uit de kapschuur, tot na de bruiloft. Dus heb ik de stal verder opgeruimd, daar had ik steeds geen zin in, maar nu moest het. En daar gaat nu het hout naar toe. Een deel staat er nu in.
Zo halverwege het seizoen, rond eind juni, kijk ik alle gewassen even na. Sommige planten hebben hun voedsel dan al op. Ze hebben een tekort. Dat kan je zien omdat ze geel worden, of slecht groeien, of bruine punten krijgen. Dan hebben ze ergens een gebrek aan.
Dat kan gewoon. Omdat je op één plek bijvoorbeeld per ongeluk minder compost hebt gebruikt. Of omdat er vorig jaar spinazie stond, wat een echte nitraat vreter is. Of, nou, verzin het maar. Het gaat nooit pietje precies, de natuur is nou eenmaal geen wiskunde.
Als ik zo'n slecht stuk vind dan schep ik gewoon wat verteerde compost tussen de jonge planten. Dan krijgen ze in één keer alle mineralen, en is het probleem zó verholpen. Je moet er wel vroeg bij zijn. Als je te lang wacht dan krijg je het niet meer goed. Dan gaat de plant doorschieten, en krijg je bloemen, in plaats van een ui of een wortel of een biet.
En ik wou je nog even de vliegende schotels laten zien. Waar die pompoenen laatst zijn gezaaid. Met het scherpe zand en het randje wol hoopte ik dat de slakken er niet bij zouden komen.
Maar meteen de volgende dag zag ik daar toch slijmerige slakkensporen ... op de wol. Gewoon, dwars eroverheen. Haha. Ook weer een mop. Die slakken geven daar niks om, om die wol, zo leek het.
Maar dat waren misschien slakken die nog op de planten zaten. Want kijk, bij de jonge plantjes zie je nog geen vraat. Tot nu toe.
En hoe het met Paul is? Vragen jullie in de mail. Hij kreeg zelfs kaartjes. Was heel fijn! Alle aandacht doet goed natuurlijk. Maarre, hij is alweer uit de put hoor. De pijn is al minder, ondanks een knoert van een lidteken. Je vraagt je af, waarom moet er een snee gemaakt worden van wel vijftien centimeter, om zo'n ieniemienie stukje bot vast te zetten?
Maar de ibuprofen doet zijn werk, en de Arnica, smeerwortel en heermoes ook. Hij is gisteren zelfs alweer een paar uur naar kantoor geweest, met de trein.
Alleen dat hout he, dat gaat voorlopig nog echt niet. Fietsen binnenkort wel, hopelijk.
Nou, meer praats heb ik niet vandaag. Gisteren ook nog een late vergadering en het was een vervelende ook nog. Dat heb je soms. Helaas. Maar kijk, dit is dan weer heel mooi, de wilde bloemen vóór, die we lieten staan.
0 reacties:
Een reactie posten