Het hekje is daar altijd blijven hangen. Het zit niet in de weg, en och, waarom dan niet?
Wij hadden in Bussum ook twee van die hekjes, bovenaan de trappen. Toen we verhuisden heb ik ze meegenomen, want er komt vast ook nog wel eens een volgende generatie, dacht ik. Haha. En ja hoor, die kwam. Maar wel weer anders dan ik had gedacht.
Eigenlijk is ons hele leven hier één grote recycle van spullen. Zo ben ik nog steeds de koeienstal aan het uitmesten. Dat gaat langzaam, want die laag in de stal is heel dik en heel erg ingeklonterd, omdat de koeien er de hele winter op hebben gelopen en geslapen.
Stukje bij beetje moet je die prut losscheuren. Maar alles wordt hergebruikt. Die dikke prut gaat tot de de laatste kruimel op nieuwe tuinen in de paardenbak. Zo gingen er vandaag een stuk of tien kruiwagens met dat spul op een nieuw driehoekig veldje, voor pompoenen. Er zijn nu drie van die veldjes, en samen is dat hoop ik voldoende voor zo'n honderd pompoenen.
Dat is zo'n beetje ons jaarverbruik. Honderd stuks. Voor onszelf en de rest van de familie. Je zou dus kunnen zeggen dat de koeien 100 pompoenen bij elkaar hebben gepoept. Maar dat zeg ik natuurlijk niet want dat is vieeeees 😄
Je zou dus prima een gehalveerde pompoen in je tuin kunnen begraven, dan lopen er allemaal ranken uit en heb je van één late pompoen een héél bed vol vruchten, over een maand of vijf.
En daarna had ik even een siësta in de kas. Daar staat een stoeltje, en daar zit ik af en toe graag een uurtje. Gewoon, een beetje te sudderen, of wat te schrijven, of zomaar wat te staren. Het is in de kas altijd een paar graden warmer dan buiten. Ook als de zon niet schijnt.
De katten zijn er ook graag.
Dan duurt het maar éven, en het hele huis zit er weer vol mee. Dan is het weer meppen geblazen met de opgerolde krant. We maken ons nu geen zorgen meer, zoals een paar jaar geleden, want we weten inmiddels dat er géén half vergaan dieren-lijk ofzoiets achter de spouwmuur zit, vol met maden en vliegen. Want daar waren we toen bang voor, toen die vliegen dat eerste jaar inééns bij tientallen ons huis in kwamen. Bij honderden!
Maar nee, de vliegen komen gewoon uit het rieten dak.
En zo kom je van het een op het ander. Door de vliegen dacht ik aan de horren, en moesten de ramen dus een beurt. En toen ook het hout en het riet en de dakranden. En toen ook maar meteen de ramen buiten langs de zithoek schoongemaakt. En daar kwam ik ook weer allerlei achterstallig werk tegen, want de sponningen van die ramen buiten, die bleken half verrot te zijn.
Ja en zo is er altijd wat.
'Kun jij die sponningen niet eens afschuren?' vroeg ik, 'en dan van dat vloeibare hout in alle gaten en scheuren, en dan alles weer schilderen? Want het rot anders weg.'
'Ja hoor.' zei Paul. 'Volgend jaar.'
Oja. Want Paul is ook druk. Hij heeft weer zijn eigen lijstje.
Gelukkig is hij niet meer met een aardappelschilmesje de klinkers aan het schoonkrabben, maar hij doet dat nu met een brander. Dat gaat een stuk sneller. Maar als dat klaar is, dan moet het gras gemaaid, en het hout moet nog gezaagd en gekloofd, en de heg gesnoeid.
En hij wil ook nog wel eens fietsen. Goed. Volgend jaar de sponningen dus.😊
Ik zocht de horren op. Haha. Tja, die brander van Paul die wil nog wel eens uitschieten .....
En zo had ik midden op de zaterdagmiddag een leuk uitje. Want er was daar natuurlijk nog veel meer te zien. Zoals katoenen stoffen, waar ik een zwak voor heb. Vooral mooie witte lakens met borduursel, en van die retro ontbijtlakens.
Het witte op zwarte gaas is toch niet zo mooi geworden. Het gat zit nu wel dicht, maar je ziet het goed. Maar misschien als we de hor omdraaien zodat het gat aan de onderkant zit valt het niet op.
En anders ... gewoon nóg een keertje naar de Kringloper. Naar een andere.
En zo is er altijd wat. Maar ook veel leuke dingen gelukkig.
0 reacties:
Een reactie posten