Mijn passie voor mais.

on zaterdag 6 oktober 2018





Jaja, over mais. Maar eerst even nog wat anders.

Want vanmiddag belde Henk. 'Kom eens gauw achter kijken, in de walnotenboomgaard, want daar is wat te zien!'

Ik erheen.

Oja, het is Joris weer, met zijn prachtige machine. Hij zaait de rogge met zo'n mooie ouderwetse zaaimachine uit. Het ding is twee meter breed, dus lang en lang niet zo breed als die mega zaaimachines die je op de meeste akkers ziet.

Hij kan mooi de rogge tussen die bomen zaaien.








Als hij klaar is schuift hij een paar bakken onder de zaaibakjes.

Dan aan een wiel draaien, en dan komt het laatste beetje rogge eruit, wat boven in die grote driehoekige bak zit. Dat krijgt Henk weer mee.

'Hoe vaak gebruik je die zaaier per jaar?' vroeg ik. Maar dat was nog maar twéé keer per jaar. Hier op de Zonnehorst dus, en nog een keer bij een andere kleinschalige teler.

Goh. Wel uniek dus, wat we hier zien!






Mooi ding he?

Ik dacht, ik laat het jullie ook maar even zien. Ik heb nog veel meer detailfoto's, van de onderdelen, voor eventuele liefhebbers. Email dan maar.

Ja en verder hadden we vandaag allerlei leuke plannen. We zouden naar Bussum, eerst langs Betty, met stoffen, en naar de Bussumse hei, en dan eten bij Ronald en Nicolette.

Maar helaas ..... die arme Paul kreeg zomaar griep vandaag. Keelpijn. Hoofdpijn.





Dus ik was vanmiddag gewoon thuis. Ik zat de mais te pellen, in de zon, met de kat op schoot.

En die mais, daar ga ik wat over vertellen. Want daar heb ik een zwak voor, voor mais. Het is zo veelzijdig. Ik heb dit jaar drie soorten gezaaid.

De extra zoete mais, die eet je vers, zó van de kolf. Daarnaast had ik gewone suikermais. Die is iets minder zoet. Je kan hem van de kolf eten, dus vers, of je kan de zaden laten drogen en er meel van malen. Maismeel dus. Maismeel is geweldig. Daar kom ik zo op terug.

En ik had ook nog popcorn. Dat is hele fijne mais, die knijterhard wordt als hij droogt, en die kan je dus poffen.






Het is heel grappig, maar aan de zaden van de mais kan je al zien of je zoete mais hebt of minder zoete. Hoe mooier rond het zaad is (zoals hierboven) hoe minder zoet. Dan zit er meer zetmeel in. Dat is eigenlijk dus eigenlijk voedzamer.

De kolven hier onder, dat is allemaal half zoete mais. Die houden dus ronde zaden, als ze indrogen. Dit jaar ga ik alle half zoete mais drogen om er meel van te malen.

Wat je kan doen met dat maismeel? Och, zó veel!!










Een heel simpele koek kan je er van bakken. Simpel, en erg lekker. En net zoals het Indiase naanbrood, eet je dat vooral als bijgerecht bij groenten en vlees.

Van maismeel kun je ook brood bakken. Ook dat is makkelijk te maken. De pioniers in Amerika aten bijna niet anders, omdat mais in die beginjaren een makkelijk te telen gewas was. Het groeide snel. Drie maanden nadat ze zich ergens hadden gesetteld, hadden ze al een oogst, van mais.

Tarwe en rogge bijvoorbeeld doen er een half jaar over.







Behalve koek en brood kun je mais voor enorm veel gerechten gebruiken. En het is glutenvrij. Daardoor plakt het wel minder en moet je het soms mengen met tarwe.

Maismeel is een prima bindmiddel voor sauzen. Ook kan je er maismelk van maken. Te gebruiken net als bijvoorbeeld amandelmelk, cocosmelk en sojamelk, maar dan dus van eigen bodem.

Nou we zullen van 't winter al die recepten weer eens laten zien! 😊😋

En dan de extra zoete mais .....





Het zaad van de extra zoete mais is veel platter. Ik kon dat niet zo goed tekenen, maar je snapt het wel. Dat platte zaadje komt, omdat de inhoud vooral bestaat uit water en suiker. Amper zetmeel zit erin. Als zo'n zaad dan indroogt, blijft er zo'n plat dingetje over.

Als je dus zelf extra zoete mais wil telen, let dan op de 'platheid' van je zaden!






Je ziet dat hier boven ook goed. Dat was het zaaizaad van onze zoete suikermais. Zo'n verfrommeld korreltje.

Wat je daarmee doet? Met suikermais?

Haha .... nou direct van de kolf eten natuurlijk! Zó, vers uit je tuin. Dat kun je nergens anders zo lekker krijgen, want die mais smaakt het aller, allerlekkerst, als het nét geoogst is. Echt, na één dag gaat de smaak al achteruit. Daarom is zelf mais telen echt de moeite waard.

Je oogst de mais, rent héél snel naar de keuken, pellen, kort koken, boter en wat zout erop, en dan van de kolf eten. Nou ja, meer knagen is het. Alles komt eronder te zitten, maar je eet als een vorst!!







De suikermais kun je heel goed bewaren.

De kolf pellen, blancheren, en de korrels van de kolf afritsen, en in zakjes invriezen. Dan blijft die smaak heel goed bewaard.









Popcorn mais hadden we ook nog. Die is vandaag gepeld.

Dit jaar hebben we voor het eerst popcorn geoogst op Moeskers Moestuin, dus ik kan daar nog geen recepten van laten zien. Het moet nog even goed drogen, voordat je dat kan poffen. t Zal nog wel een maandje duren.

(Tja en dan heb je ook nog voedermais, voor het vee, wat je op de meeste velden in ons land ziet. Dat is een ander verhaal, die voedermais. Dat laat ik nu even schieten.)

De veelzijdige voedzame mais, die ook nog eens prachtig bloeit. En zichzelf bestuift! Wat een gewas is het!






Oh wacht, hij wil nog wat zeggen!!




....................




4 reacties:

Anoniem zei

En van welk soort mais wordt polenta gemaakt?
Fijn weekend.

Wieneke zei

Mais uit eigen tuin is zooooooo lekker. Niet te vergelijken met mais uit de winkel. In onze regio wordt óf mais óf gras geteeld. Best saai, maar het is niet anders. Op veel percelen is de mais er al zeker twee weken geleden afgehaald. Dat is heel erg vroeg, want andere jaren zie je nog tot zeker half november mais staan. Het ziet er dan wel niet meer uit, droog en dor, maar ik denk dat het voor de koeien niks uitmaakt.

Clarien zei

Wat je in eigen tuin kweekt, en op tuinderijen soms ziet, dat is dus de zoete mais. Dat is heel wat anders dan de voedermais. Die voedermais (die op praktisch alle akkers verbouwd wordt) kun je niet van de kolf eten. Veel te hard. Voedermais kun je wel gebruiken voor maismeel. Maar het meeste is bespoten, dus ik zou het niet zomaar ergens plukken en eten.

Renske voor polenta wordt denk ik de gewone suikermais gebruikt. De de half zoete.

Willem zei

heb veel geleerd van dit blog over mais. In mijn kindertijd begonnen een paar boeren met het verbouwen van voermais. We kenden wel mais van oa kippenvoer+ gemengd graan. Daaruit pikten we wel eens gekleurde maiskorrels en zaaiden die dan uit in een overhoekje van de moestuin. Allemaal in de hoop dat er ook weer diezelfde kleur kolven kwamen. Iets wat soms ook nog gebeurde.
Van de sporadisch verbouwde voermais aten we als kind wel de hele jonge kolfjes, die waren nog erg zoet en ze gaven ook nog enige maagvulling, want dat had je nodig als je de hele middag buiten was en vaak ver van huis. Op die momenten aten we letterlijk wat er op het land groeide.

Die (smalle) zaaimachine is, bekeken met mij kinderogen, een hypermoderne. Mijn vader had een voorganger ervan die nog door het paard voortgetrokken werd. Met de komst van de tractoren kon die niet meer gebruikt worden en kwam het door jou gefotografeerde type in beeld. We zaaiden er alle graan mee en als ik me goed herinner kon je er ook bieten mee zaaien. Elke zaaibuis kon in- of uitgeschakeld worden, dus de zaaiafstand kon eenvoudig aangepast worden. Niet dat mijn vader vaak bieten zaaide; hij had er op een of andere wijze een afkeer van en ik heb me laten vertellen dat die ingegeven werd door het feit dat de melk een smaakje kreeg als je bieten aan de koeien gaf. Hij vond de (custard)vla, -"dat kuj altied boven je zat op", was een uitspraak van hem- die mijn moeder er dan van kookte waarschijnlijk niet te pruimen. Iets wat me achteraf een beetje verbaast, want als je knollen voerde, proefde je dat ook in de melk en (stoppel)knollen was vaste prik als begin augustus de rogge geoogste was.
Maar goed, ik kan het hen niet meer vragen want ze hebben beiden het tijdelijke al met het eeuwige verwisseld, of in mijn moerstaal "ze bent allebei oet de tied".