Warme zon ..... lange lichte dagen .... vogels en vlinders en bijen overal, en ook al veel libelles .... en overal lopen torretjes en miertjes allerlei belangrijke dingen te doen. Wát een leven overal!
De planten doen ook erg hun best. Bijna elke dag is er weer een blaadje bij of een stuk aan de stengel gegroeid.
Hieronder zie je eerst de grote moestuin. Dat is een echte produktietuin. Die zorgt voor onze bulkvoorraden, aan aardappels, mais, uien, bieten en wortelen. Ook de voederbieten staan hier, en de granen. Een belangrijke en strak georganiseerde tuin is het. De tuin is omringd door stroken met wilde kruiden en bloemen, voor fleur, diversiteit, en natuurlijk óók voor roofinsecten. Met die stroken voorkom je erge plagen.
Een hele fijne en waardevolle tuin is het. Maar ......
Daar zijn allerlei verschillende kleine tuintjes. De één met bladgewassen, met allerlei bloemen ertussen gezaaid. En de ander met rijen bonen langs palen, met eromheen randen met tijm en bonenkruid en bloemen. Alle dingen die we nu, direct en vers, eten. Daar pluk ik onze dagelijkse kost, in de zomermaanden.
Allerlei paadjes slingeren ertussendoor.
En er zijn drie dikke bulten waar pompoenen op komen, en waar bonen staan en straks ook nog tomaten en courgettes.
Met de rijst gaat het goed. Dat wil zeggen .... ik kan nog niet echt beweren dat het al gegroeid is. Maar de bak houdt het water wel goed vast. Zo ééns in de drie dagen moet ik even vijf minuutjes de slootpomp aan zetten om het weggezakte water aan te vullen. Maar in een mum staat de bak dan weer vol met water.
Nu (hieronder) lijkt het alsof het water weg is. De grond lijkt op vaste zwarte aarde. De katten en de kippen kunnen ook gewoon tussen de rijstplanten door lopen. Maar ik zelf niet! Ik zak weg in de prut, want direct onder die zwarte laag is het water. Hopelijk is dat vochtig genoeg voor de rijst
🍀🍀🍀🍀🍀
En gisteren was ik bij Jan en Henny, en Jan leerde mij ramen maken voor in de bijenkast. Hij doet dat van A tot Z helemaal zelf. En liet het zien.
Je ziet hier onder hoe dat ging. De ramen zijn van restjes hout. Met een klos dun ijzerdraad op een houder (ook allemaal eigen vinding) rijgt hij drie draden door zo'n raam. Er is een apparaat dat mooie gaatjes maakt, en er gaan ieniemienie spijkertjes in om de draden vast te zetten.
Maar je begrijpt, dat die spijkers dan weer helemaal moeten worden weggewerkt, zodat de bijen er geen last van hebben.
Ik mocht ook twee ramen maken en kijk, daar liggen ze! De bovenste is een ondiep raam, voor in de honingkamer, bovenin de kast. En de onderste is een groter raam, voor in de broedkamer, waar nieuwe bijen worden uitgebroed.
Ik heb ook nog een receptje voor je. Het is maar iets kleins, maar gaat ook over hergebruik en niks weggooien. Als je tuinbonen hebt dan breek je zo rond half juni daar meestal de toppen uit. Het is dan weer luizentijd, en door de sappige toppen uit te breken heb je daar minder last van. Ook zal de tuinboon dan stoppen met in de lengte groeien, en zijn energie vooral in de peulen stoppen.
Maar die toppen, die kun je eten. Ik maar daar al jarenlang elk jaar een tuinbonentoppensoep van. Toppen even aanbakken met wat ui en knoflook, bouillon erbij, en pureren. Je kunt er wat room of wat roux bijdoen om het wat steviger te maken.
En de doorgeschoten raapstelen, die staan prachtig op een vaasje. En kunnen ook over de soep!
4 reacties:
Wat een gezellig blogje weer.
Vaak heel veel werk, Clarien, maar je arbeid wordt beloond als ik die hemelsmooie tuin(en/tjes) zie.
Wat een schitterende bijenleraar! En een uitmuntende leerling!
Mijn soep kreeg zeekoolbloemetjes vandaag.
Lie(f)s.
Prachtig, die klaver!
Altijd mooi, dingen kunnnen hergebruiken. Zeker als het een win-win situatie is.
Van het weekend voor het eerst vlierbloesem'beignets' gemaakt, oftewel vlierbloesems door het pannekoekenbeslag halen en frituren.
Had wel wat. Sowieso een bijzonder gezicht, aan tafel.
Wat een gemak die veewagens van nu. In de tijd dat ik nog thuis woonde was het verweiden van het vee een klus waar je gerust een halve dag voor uit mocht trekken. En wj hadden maar twaalf melkkoeien en ook nog eens het relatieve voordeel dat onze weilanden weliswaar ver uiteen lagen, maar allemaal een behoorlijk oppervlak hadden waar de koeien altijd lange tijd op dezelfde plek konden blijven. Er waren ook boeren die hun vee bijna wekelijks moesten verweiden.
Het verweiden begon meestal 's morgen direct na het melken. De koeien stonden tijdens het melke altijd aangebonden, maar werden in dat geval niet meer losgelaten. De melkbussen moesten tijdig bij de weg staan om afgevoerd te kunnen worden naar de zuivelfabriek, dus je moest wel weer naar huis. Maar direct na het eten gingen we weer terug naar de koeien, meetstal met paard en wagen, en werden ze achter de wagen gebonden. Onze weilanden lagen ver uiteen en je was met gemak een uur of langer onderweg om ze van het ene perceel naar het andere perceel te krijgen. Koeien lopen echt niet hard, ze drentelen een beetje en dan druk ik het nog zachtjes uit.
Op de dag van verweiden ging je plichtsgtrouw 's avonds weer melken, maar je had dan nog niet de helft van wat je normaal had. Maar dat aspect was na een dag vaak wel weer in orde; het nieuwe en vooral eiwitrijke jonge gras deed dan weer zijn werk, want verweiden en hooien werd op elkaar afgestemd. Niet in de laatste plaats om de grote onderlinge afstand.
Een veewagen zou ik destijds een uitkomst gevonden hebben.
Een reactie posten