Eéns per twee weken ga ik op zondagochtend naar mijn moeder, en met haar mee naar de kerk. Dat begint om half tien, en het is een uur rijden.
Natuurlijk moeten eerst alle beesten verzorgd. Gisteren duurde dat wat langer dan normaal. Dus, snel wassen, verkleden, ontbijt mee in de auto, en vlak voor half tien schoof ik de kerkbank in. Mijn moeder blij!
Toen ik ging zitten zei ze ...
'Was je nog bij de koeien?'
'Hoezo??' zei ik. Het kwartje viel niet meteen.
......
'Stink ik naar koeien dan????'
'Nee hoor. Welnéé. Echt niet. Nauwelijks.'
'Waarom vroeg je het dan? Zeg maar eerlijk, ik ruik dus naar mest!!'
'Nee hoor. Nou. Misschien een vleugje.'
Een vleugje. Hahaha ... daar zit je dan. In de kerk. En je ruikt een vleugje naar stal. Tja, ik kon er toch niks meer aan doen. En later vertelde mijn moeder dat het haar aan vroeger deed denken. Het rook in de kerk vaak een beetje naar stal. Omdat de boeren in hun goeie goed door de stal naar achteren liepen, waar de auto stond.
En dan had je die geur aan je kleren. Een vleugje. 😊
Maar tegenwoordig zitten er haast geen melkveehouders meer in de kerk van mijn moeder. Niemand die nog koeien heeft. En er naar ruikt. Nou ja, alleen ik dus.
Ze had weer vele artikelen bewaard en uitgeknipt. En er van alles bijgeschreven. Zo leuk dat zij zich daar nu ook in verdiept.
Zo weet mijn moeder mij te vertellen dat soja telen goed is voor de bodem, omdat dat stikstof uit de lucht haalt! Knap van haar! En het klopt inderdaad. Alle vlinderbloemigen doen dat. Bonen, klavers, en nog veel meer gewassen.
Nou, weer thuis, was er een tegenvaller. De stal was weer overstroomd.
Het water was weer over de tonnen gelopen en zó de stal in. Alles doorweekt.
Daar gaat je vrije middag. Ik kan de koeien daar niet laten klotsen tot maandag, dus ben maar gaan ruimen. Eerst het water weg schuiven, natte stro eruit, en toen een noodoplossing bedenken. Je kan het niet goed zien, maar met de drek is een soort van dam gebouwd.
Ook de watertonnen zijn leeggemaakt, en de goot is teruggeduwd. Die was verschoven, waardoor al het water van het dak zó de stal in liep. De koeien doen dat zelf steeds. Zó dom! Net als poepen op hun eigen bed, ook al zo dom.
Als het weer droog is allemaal, krijgen ze hun voer op de vloer. Behalve brokken, krijgen ze boerenkool en aardappels. Stamppot dus.
Géén worst. Dat nou ook weer niet. 😊
Hooi krijgen ze altijd achter, in de bak. Daar is het gelukkig altijd droog, zo ver komt het water niet. En ook hun slaapplek blijft meestal wel droog, die ligt wat hoger.
Pompiedom.
En dan de maandag. Die is ook alweer om. Man man. Wat we gedaan hebben? Och, niks bijzonders. Het huis en de was. En toen de kachelramen waren schoongemaakt, met as en water, dacht ik dat ik het ovenraam misschien ook wel met as kan poetsen.
Wat denk je? Ja hoor! Dat kan ook. Hartstikke schoon die oven!
Er zijn weer broden gebakken. Van alle drie soorten graan die we hebben verbouwd vorig jaar. Mais, rogge en tarwe. Door elkaar.
Hierboven zie je onze eigen tarwe. In die linker lepel. De rechter, dat is gekochte biologische tarwe. Zie je wat een verschil?
Onze eigen tarwe is roder, en harder.
Qua smaak zit er niet veel verschil tussen. Allebei lekker. En allebei hebben ze genoeg gluten om er kauwgom van te kauwen.
Alleen onze eigen tarwe is niet zo secuur geschoond. Het was een heel moeilijk werk, omdat het niet zo mooi uit de aren kwam. Er bleven veel kafjes tussen zitten, en je vindt hier en daar nog een kafje. Maar ik maal ze gewoon mee, het zijn gewoon wat extra vezels. Je proeft het niet.
De broden worden dit keer gebakken van twee delen rogge, twee delen tarwe, en één deel mais.
Er is dit keer géén groente door de broden gegaan, alleen als zout gebruik ik het verse groentezout, wat voor de helft uit zout, en voor de helft uit verschillende groenten en kruiden bestaat.
En na het brood gingen de kokoskoekjes de oven in. Daar kon de helft van de eiwitten in, die we over hadden van de advocaat. Kokoskoekjes zijn heel makkelijk. Je vindt het recept hier.
Met stijfgeklopte eiwitten, suiker, en kokos, dan móéten het wel lekkere koekjes worden natuurlijk. Het zijn net taartjes. Luchtige chewy taartjes.
Hierboven zie je onze eigen tarwe. In die linker lepel. De rechter, dat is gekochte biologische tarwe. Zie je wat een verschil?
Onze eigen tarwe is roder, en harder.
Qua smaak zit er niet veel verschil tussen. Allebei lekker. En allebei hebben ze genoeg gluten om er kauwgom van te kauwen.
Alleen onze eigen tarwe is niet zo secuur geschoond. Het was een heel moeilijk werk, omdat het niet zo mooi uit de aren kwam. Er bleven veel kafjes tussen zitten, en je vindt hier en daar nog een kafje. Maar ik maal ze gewoon mee, het zijn gewoon wat extra vezels. Je proeft het niet.
De broden worden dit keer gebakken van twee delen rogge, twee delen tarwe, en één deel mais.
Er is dit keer géén groente door de broden gegaan, alleen als zout gebruik ik het verse groentezout, wat voor de helft uit zout, en voor de helft uit verschillende groenten en kruiden bestaat.
En na het brood gingen de kokoskoekjes de oven in. Daar kon de helft van de eiwitten in, die we over hadden van de advocaat. Kokoskoekjes zijn heel makkelijk. Je vindt het recept hier.
Maar de uitdaging is dan natuurlijk om er een Moeskers Moestuin variant op te vinden. Ingredienten uit eigen omgeving. In plaats van de kokos misschien gehakte walnoten? En een deel wortelrasp?
En misschien honing voor de suiker? Wie het weet mag het zeggen.
9 reacties:
De agrarische luchten, eigenlijk geuren, maar ik vind luchten in dit verband mooier, ze zijn overbekend in elk dorp met een boerengemeenschap. Punt is alleen dat niemand zich eraan stoort, want je staat versteld hoe gauw je op het punt komt van 'het hoort zo'.
Uit mijn eigen jeugd weet ik nog dat in de tijd dat het kuilvoer gevoerd werd, het hele dorp er naar rook. En dat kuilvoer is niet te vergelijken met wat de huidige generatie veehouders aan 'kuilen' op het erf heeft staan.
Om gras of dergelijke in te kuilen hadden we een ronde betonnen bak op het erf staan waarin gras, bietenloof of een mengsel ervan, gedaan werd. Soms ook nog aangevuld met gestoomde aardappelen en elke laag werd nog eens overgoten met melasse. Als de bult hoog genoeg was werd er een dikke laag aarde opgeschept, zodat al dat groene spul onder druk kon fermenteren. We hadden het altijd over de persbult en persvoer. Het is nu dus wel duidelijk hoe die benaming ontstaan is.
De koeien waren gek op dat spul, maar de lucht van dat persvoer was niet te harden en in de persvoertijd hing de lucht nog wekenlang in alle gebouwen, inclusief het kerkgebouw. Zelfs de door Sonneveld bezongen 'boerenkinderen in de klas' hadden die lucht in hun kleren zitten.
Nee, dan toch liever een eerlijke mestlucht. Misschien ligt het aan d plek waar ik opgegroeid ben, maar koeienmest vond ik nooit een onaangename lucht. Kippenmest rook altijd weeïg, en varkensmest had een scherpe lucht. Gek genoeg heb ik geen enkele herinnering aan paardenmest, terwijl we die beesten wel hadden. Misschien heb ik de lucht wel verdrongen, want met een paard ben ik nooit vriendjes geworden. Sterker nog, ben er altijd zeer beducht voor geweest. Volgens mijn zus waren het goedaardige lobbesen, maar ik vertrouwde ze op geen enkele manier. Mogelijk ingegeven door mijn opa die altijd zei "Als je een paard voor je wagen hebt, heb je je vijand voor je wagen" en toch was mijn opa een op-en-top paardenman. Ikzelf ben meer van "tussen mij en een paard zit een grote afstand, of een deugdelijke omheining"
Is mijn aanname/verwachting goed dat de komende zomer de tegelvloer van het koeienonderkomen een kleine verhoging zal ondergaan? Je voorkomt er in ieder geval mee dat de stalvloer elke keer onderstroomt als er een waterton wordt omgekieperd. Koeien hebben een weinig subtiele motoriek. Die ervaring heb je inmiddels al enkele keren opgedaan.
Of de koeienstalvloer een lichte helling geven, zodat het water niet meer in de stal kan lopen.
Ja klopt. Die vloer zullen we opnieuw moeten integelen. Hij loopt nu juist iets schuin af naar achteren. Wat weer komt door de woelmuizen die er in de zomer gangen onder maakten, op weg naar de rogge, die hier lag te drogen.
Jaja, altijd wat.
Prachtig verhaal weer Willem!
Heb je geen oude betonpalen liggen die je kan gebruiken om een waterkering te maken aan de ingang van de stal? De koeien zullen er wel over stappen .....
Soms ga ik te vroeg slapen, Clarien, en mis ik je (log). En zoals vandaag ben ik dan eigenlijk te laat om nog te reageren. Wel mooi 'dat vleugje' !
Lie(f)s.
Als je de tegels van de koestal gaat herleggen, neem dan meteen wat maatregelen dat het zand minder aantrekkelijk wordt voor gravend en woelend gedierte. Bijvoorbeeld door aan een kubieke meter aanvulzand/straatzand, 50-70 kg cement toe te voegen. Het zand zal enigszins verstenen, maar blijft wel water-doorlaatbaar, dus geen problemen met afvoer van urine etc. En, ook niet onbelangrijk, gewoon verwerkbaar, want de 'verstening begint pas na een paar dagen echt vorm te krijgen. Er hoeft geen extra vocht toegevoegd te worden als het zand voor de tegellegger goed te verwerken is.
Omdat het in direct contact komt met humushoudende grond, de teelaarde dus, is het raadzaam te kiezen voor een kalkarme cementsoort, zoals hoogovencement, CEMIII/B staat op de zakken, of een mengcement, bijvoorbeeld portlandvliegascement (CEMIV met nog een letter- en/of cijfercode erachter). 'Gewone' portlandcement (CEM I) bevat teveel kalk die 'opgevreten' wordt door de humuszuren, vandaar dus de aanbeveling om hoogoven- of een mengcement te nemen.
Top Willem! Wat een kennis heb je ervan!
Ik heb alles genoteerd! Van 't zomer naar de bouwmarkt! :))
In mijn werkzame leven had ik veel te maken met grondaanvullingen, funderingen, cement, beton en staal. Ik mag dan al 10 jaar gepensioneerd zijn, maar er blijft altijd iets jeuken en als je op een eenvoudige manier iemand van dienst kunt zijn is ook mooi meegenomen.
Een reactie posten