Vele handen.

on woensdag 15 augustus 2018




Ik dacht vanmorgen dat ik een teek op mijn hoofd had maar het was gelukkig een roggekorrel.

Die korrels, die spatten ons weer om de oren vandaag, want we hebben de allerlaatste schoven die nog in de achterste schuur stonden gedorst. Miriam en ik. Met de mattekloppers.

Ik wilde die schuur graag leeg hebben, want de lugubere verrassing van laatst zit me nog steeds niet lekker. Wat zit daar toch, onder al dat zand? Het zou mooi zijn als we dat konden opruimen. Maar dus moesten eerst al die schoven weg.






Onder het dorsen kwam Willem het erf oprijden. Hij was op doorreis, en had spullen meegenomen voor ons. Stekken van mooie exotische planten, onder anderen Haemanthussen. En ook een stek van een blauwe druif. En een vergiet vol met heerlijke blauwe druiven, die enorm zoet waren.

Willem was nog maar net het erf weer af of daar reed weer een auto voor, met Poek en Steijn, de Mexicogangers, en de ouders van Steijn.

Een hele gezelligheid dus weer aan tafel. Ik had gewoon brood, en de normale lunch dingen, kaas en rauwkost en wat smeersels. Gelukkig had Miriam courgette-brownies gebakken, en waren er de druiven van Willem.

Dus toch nog wat bijzonders voor de lunch! 😊







Later in de middag ging ik verder in de schuur.

Want het moet toch weg, dat zand. Brit erbij roepen, om eventuele beesten weg te jagen, en echt hoor ze zat te wroeten en te grommen, alsof er een heel nest beesten zat.

Best eng, om dan schep voor schep dat zand weg te halen.






Het viel gelukkig mee. Ik had gedacht dat de tegels allemaal waren ondermijnd, maar het zand is opgegraven uit de paardenbak, en via een gat naar binnen gesleept. Het kwam dus niet van onder de tegels vandaan.

Er was een heel hol gemaakt, onder die rode kast, compleet met voorraadkamers en kraamkamers.

Maar de dieren waren al vertrokken. Wel viel de kast om en brak er een poot af.






Het gat naar buiten hebben we gevonden, en daar ligt nu een steen op. Hopelijk komen ze daar nu niet weer door naar binnen. Voor de zekerheid leg ik aan de buitenkant een paar drollen van Brit. Want dat schijnt ook wilde dieren op afstand te houden, honde- en kattedrollen..

Komen die ook een keer van pas!





Nou, het is weer opgeruimd. De kast krijgt een blokje hout onder de afgebroken poot. En alles is weer netjes. Ook het voer, het graan dus, is nu weg, dus je zou zeggen, die beesten hebben hier niks meer te zoeken.

Een hele kruiwagen vol met zand heb ik er weggehaald. Mooi schoon zand was het trouwens, uit de bodem van de paardenbak. Dat zand komt weer heel mooi van pas om Brit haar speelkuilen mee dicht te maken.

Dankuwel meneer en mevrouw rat. Of marter. Of wat dan ook.






Inmiddels zijn ook jongste dochter en een vriendin gearriveerd. Ze zijn er wel aan genwend dat ik altijd allerlei kleine prutswerkjes voor hun heb.

Zoals de kafnaalden uit mijn vest halen. Want die zit daar vol mee. En dan kan je zo'n vest wel wegdoen, dat is echt niet meer te dragen. In de was gaat het er niet uit. Maar vier handen kregen al die naalden eruit!

En weer andere handen zorgden voor heerlijk avondeten. Zo fijn, ik kon zó aanschuiven!





Geen recepten dus, want het was een dochter-bedenksel, maar het was heerlijk!


2 reacties:

Willem zei

Ben je er nu achter gekomen welk dier die enorme hoeveelheden zand verplaatst heeft. Het doet me heel sterk denken aan een woelmuis, welke weet ik niet, die enige jaren geleden mijn tuintje overhoop haalde en ook een halve kruiwagen zand op het terras deponeerde. Mijn bestrijdingsmethode was de waterslang en zo'n hol en vol laten lopen. Verbazingwekkend hoeveel water er in het gangenstelsel verdween, maar het is effectief gebleken. Geen last meer gehad sindsdien.
Wat de plantjes aangaat; ik had je de namen wel gezegd, maar kan me voorstellen dat je het niet zo gauw onthouden hebt. De Haemanthussen wist je nog. Die schijnt de Nederlandse naam Olifantsoor te hebben. Verder was er nog een Tolmiea mensiezii, of wel Kindje-op-moeders- schoot, en een drietal enige echte bladcactussen; Pereskia aculeata. Waarschijnlijk de variant 'Godseffiana'. Met zo'n plantje heb ik enige jaren terug een Braziliaanse Jehova's Getuige nog blij kunnen maken. Ik had er eentje geplant tussen de eenjarige zomerbloeiers in de bloembak naast de voordeur en ze herkende de plant als eentje uit haar vaderland. Van haar begreep ik ook dat ze in Zuid-Amerika vruchten dragen die erg smakelijk zijn. Dat heb ik meteen op haar gezag aangenomen. De Pereskia houdt van de zon en afgeharde planten kunnen zelfs zomers in een zuidvenster in de volle zon staan. Het blad wordt dan purperkleurig. Enige voorwaarde die ze stellen is dat ze niet verdrogen. Als dat gebeurt laten ze hun blad vallen en gaan in de 'overzomeringsstand', of eigenlijk overlevingsstand. Start je het watergeven weer dan wordt je beloond met mooie nieuwe, vaak ook purperkleurige bladeren. Als de plant te groot wordt, of te wanstaltig; gewoon diep insnoeien en ze al gewoon weer uitlopen. Als het blad groen wordt staat de plant te donker. Dus gewoon een zonnige standplaats geven.
WAt de Tolmiea aangaat; het plantje wordt in de handel altijd verkocht als kamerplant, maar ik heb het plantje al zeker 20 jaar in de tuin staan en daar doet het ding het voortreffelijk. Bloeit ook op zijn tijd en woekert zelfs een beetje. Buiten dat; je kunt het plantje ook gemakkelijk voortkweken door middel van bladstek.
Veel plezier ermee

Anoniem zei

Fijn dat het graan nu gedorst en veilig opgeborgen is. Hier zijn ook woelmuizen bezig en ook veel zand opgewerkt. Heb in de gang een hondedrol en wat regenwater gegoten maar of het genoeg was?